Gedeputeerde Staten (GS) van Zuid-Holland willen niet reageren op een advies van mr. T. Lam aan de gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg inzake de voorgenomen bouw van 222 recreatiewoningen in Vlietland. Dat blijkt uit antwoorden op vragen van de Provinciale Statenleden Tijmen Lamers (GroenLinks), Marleen Maat (PvdA) en Evita Rozenberg (D66).
Het drietal wilde weten hoe Lam kon concluderen dat het bouwplan ‘niet in strijd is met de provinciale omgevingsvisie of omgevingsverordening’ terwijl GS in juli 2022 in een zienswijze op het ontwerp-bestemmingsplan voor de bouw aangaf dat het bouwplan ‘onvoldoende rekening houdt met de betrokken provinciale ruimtelijke belangen’.
‘Wij beschikken niet over het advies en onthouden ons van een reactie op punten welke voortkomen uit het advies en berichten hierover in de media’, zo laten GS nu weten. Vlietland is eigendom van de provincie. Het ligt binnen de gemeente Leidschendam-Voorburg.
Op de vraag aan GS of men wil bevorderen dat het advies-Lam beschikbaar komt voor Provinciale Staten komt als antwoord: ‘Het advies is in opdracht van de gemeenteraad versterkt om de gemeenteraad informatie te verschaffen welke zijn nodig acht voor het uitvoeren van haar taken. Op het advies is geheimhouding opgelegd. Wij beschouwen het als een interne aangelegenheid waarbij de gemeenteraad zelf moet bepalen of ze het advies wil openbaren’.
‘Dat neemt niet weg dat vanwege de provinciale betrokkenheid bij dit dossier het advies relevante informatie voor u kan bevatten. Ondanks dat beschouwen we het als een interne aangelegenheid van de gemeente en hebben we vanuit het college geen verzoek tot openbaarmaking voor of inzage in de stukken verzocht’.
GS gaan ook in op de vraag naar burgerparticipatie bij het project-Vlietland, aangezien Provinciale Staten eerder 40.000 euro vrijmaakten om die participatie in te ondersteunen. ‘Wij hebben deze vraag aan de gemeente Leidschendam-Voorburg voorgelegd en de volgende reactie ontvangen: ‘Vanuit de gemeente is op meerdere momenten duidelijk gemaakt dat er over het inrichtingsplan geparticipeerd kan worden. Aangezien dit inrichtingsplan pas kan worden opgesteld als de kaders voor de ontwikkeling van het gebied duidelijk zijn’.
‘Dat is duidelijk zodra besluitvorming over het bestemmingsplan in de gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg heeft plaatsgevonden. Zodra duidelijk is wat de kaders zijn, kan gestart worden met participatie door omwonenden en andere belanghebbenden. Hierbij moet wel gemeld worden dat, mede door de opzet van het huidige bestemmingsplan uit 2005, waarbij de locatie van de appartementen pal aan de waterkant is opgenomen, de ruimte voor participatie over de inrichting groter is bij het ontwerpbestemmingsplan waar de plaatsing van de recreatiewoningen niet is opgenomen in het plan’. GS beamen dat participatie wat hen betreft noodzakelijk is.
Naar aanleiding van het feit dat ontwikkelaar DLR onlangs een vergunning aangevraagd heeft voor het starten van grondwerken voor het bouwplan stelden de drie leden van Provinciale Staten de vraag hoe het zit met natuurbescherming. ‘De initiatiefnemer dient op grond van de Wet natuurbescherming te onderzoeken of er sprake is van beschermde soorten en welke functies voor die beschermde soorten in het plangebied aanwezig zijn. Als daar sprake van is, dient vervolgens bepaald te worden wat het effect van de voorgenomen werkzaamheden op de beschermde soorten zal zijn. Om een ontheffing Wet natuurbescherming te kunnen verlenen, moet in de aanvraag voldoende onderbouwd zijn dat wordt voldaan aan de eisen van de Wet natuurbescherming. Op dit moment wordt er door een ecologisch adviesbureau in opdracht van initiatiefnemer nog onderzoek uitgevoerd in het gebied’.
