Leidschendam-Voorburg kent nu 148.300 vierkante meter kantoorruimte. Dat moet groeien naar 169.100 vierkante meter in 2040. Dat staat in de Behoefteraming kantoren die de provincie Zuid-Holland heeft laten maken door het bureau Cushman&Wakefield. De afgelopen jaren heeft de gemeente er zich juist toe gezet kantoorpanden die leeg stonden af te laten breken om ruimte te maken voor woningen.
Los van de uitbreiding zal ook bestaande kantoorruimte vervangen moeten worden door ruimten van betere kwaliteit. Het gaat dan om 7400 vierkante meter in 2030 stijgend naar 18.100 vierkante meter in 2040. Wat verkoop/verhuur van kantoorruimten in de gemeente betreft, uit de raming blijkt dat het daarbij gaat om 3600 vierkante meter in 2030 stijgend naar 4000 vierkante meter in 2040.
Wat het beleid betreft stelt Cushman&Wakefield dat er gestuurd moet worden op toevoegen en behouden van voldoende kwalitatief kantorenaanbod ten gunste van bedrijvigheid. Dat kan door ruimte toe te voegen op plekken waar de leegstand laag is en door behoud bestaande kantoorruimte op kwalitatief hoogwaardige locaties. De locatiekwaliteit in Leidschendam-Voorburg is 66, na Den Haag de hoogste in de regio. Diverse locaties hebben een ‘boven gemiddelde kwaliteit, melden de onderzoekers.
Cushman&Wakefield stellen dat nieuwe ontwikkelingen vooral op locaties waar de kwaliteit het hoogst is moeten komen: veel voorzieningen, functiemenging en goede bereikbaarheid.
Naast de grootstedelijke toplocaties in Den Haag en Rotterdam, is ook elders groei nodig. Bij deze kantoorlocaties moet echter wel rekening gehouden worden met de behoefte van de lokale gebruiker, ontwikkelaar en/of investeerder. De tijd van grote, apart staande kantoorgebouwen met één huurder op dergelijke locaties is voorbij, stelt Cushman&Wakefield. Voor gebouwen met een veelheid van huurders en een formaat passend bij lokale realisatie, is echter wel toekomst.
‘Gezien al het bovenstaande, ontstaat een belangrijke opgave voor de gemeente. Het is aan haar als lokale overheid om in goede onderlinge afstemming met de kantorenregio zorg te dragen voor het aanbieden van een passend werkmilieu. Bepaal wie de relevante marktpartijen zijn – grote eindbeleggers of de kleine kantoorgebruiker – en pas het programma en het proces daarop aan’.