Zondag liepen een 200 tal meest jonge mensen in een pro-Palestijnse mars van Leiden naar Den Haag, door Leidschendam-Voorburg. De groep droeg Palestijnse vlaggen mee en riep op tot een staakt te vuren en vrede.

Men liep via de Heuvelweg Leidschendam, begeleid door een politieauto en een paar agenten op de fiets. De stemming was vrolijk. Er werd gezwaaid naar omstanders en belangstellenden op de balkons van flats langs de route. Het had iets van flower power.

Hoe vreemd is het dan te zien dat op vrijwel elk kruispunt een politieauto geparkeerd staat. Met draaiende motor alsof men nog nooit van duurzaamheid heeft gehoord. Of moeten de inzittenden het ‘lekker warm’ hebben?

De situatie bij de Mall was nog opvallender. Hier op elke kruising twee politiebusjes vol agenten. Afgesloten stoepen en fietspaden. Zelfs de ingangen van de Mall aan de zijde van de Heuvelweg waren dicht. En een burgemeester die, incognito, een oogje in het zeil hield.

Waarom? Voor die paar honderd mensen? En hoezo ‘bewaakt’ de politie een winkelcentrum daar waar de directie van de Mall ook eigenaar is van het omliggende gebied? En dus zelf voor ordediensten zou moeten zorgen.

De tientallen ingezette agenten kunnen met hun ‘zondagdienst’ weer de nodige compensatie in vrije tijd en geld bijschrijven. Waarbij die vrije tijd dus ten koste gaat van de normale dienstverlening aan de burger. En daar was ‘oom agent’ toch voor?

Economisch eigendom gaat voor burgerbelang. Een omgekeerde wereld. De Mall-directie betaalt de rekening ook niet. Dan doen de inwoners van deze gemeente middels hun betaalde belasting.