Verantwoordelijk wethouder Bianca Bremer tracht op basis van ‘aannames en vage toezeggingen’ steun te krijgen voor het plan 222 recreatiewoningen te bouwen in natuur- en recreatiegebied Vlietland.
Dat stellen het Burgerinitiatief Vlietland, de Vrienden van Vlietland, de Bomenbond Rijnland, de Algemene Vereniging voor Natuurbescherming (AVN) en de Buren van Vlietland.
Zij vergeleken de inhoud van een brief die de wethouder op 7 november aan de gemeenteraad zond over het plan en de achtergronden ervan, met een eerder plan voor Vlietland en documenten die zij op grond van de Wet open overheid (Woo) in handen kregen.
‘Ontluisterend’ noemen de organisaties het beeld dat uit de vergelijking ontstaat. ‘De wethouder blijkt op basis van aannames en vage toezeggingen vergaande en onomkeerbare beslissingen te willen nemen met haar steun aan dit plan. Ten koste van de natuur, ten koste van de veiligheid van omwonenden en zeker ten koste van de dagrecreant’.
‘Het gebied blijft openbaar. Het is ons ontelbare keren verteld. Maar uit verschillende stukken blijkt dat projectontwikkelaar Dutch Lake Residence (DLR) hier anders over denkt. ‘Van openbaar gebied zal geen sprake zijn’ mailen ze in 2020 naar de provincie. Ze leggen geen openbare recreatieve voorzieningen aan en de enige infrastructuur die ze aanleggen is om naar de woningen te komen.
Zij gaan ervan uit dat de provincie de openbare paden aanlegt. Waar die dan komen? Dat weet niemand. Dat staat namelijk niet in het bestemmingsplan. En of die wegen echt openbaar zijn? Dat weet ook niemand, want in de zakelijke overeenkomst die het college met de projectontwikkelaar sloot, staat dat de paden en wegen juist niet openbaar zijn. ,,Oeps”, zei een ambtenaar erover. Ze wilden het zinnetje eigenlijk weglakken, maar dat mocht niet vanwege de Woo.
Hoe de wethouder in haar brief dan kan beweren dat het gebied openbaar blijft? Dat weten we niet. Het enige dat wél uit het bestemmingsplan blijkt, is dat er een slagboom mag komen en het park omheind mag worden met een hekwerk. Zaken die de toegang voor de huidige dagrecreanten beperken. Maar daar rept de wethouder met geen woord over.
De wethouder vindt dagtoerisme belangrijk. Sterker nog, ze vindt het van belang om ,,waar mogelijk deze vormen van recreatie te versterken.” Vervolgens wordt er gesteld dat ‘de plannen geen invloed hebben op Vlietland’. Maar is dat zo? Met de komst van dit villapark verdwijnen er 200 parkeerplaatsen voor dagrecreanten. Iets dat ook de ambtenaren bij zowel de provincie als de gemeente constateerden. Wie die parkeerplekken gaat compenseren? DLR in elk geval niet. Zoals eerder aangegeven, leggen zij geen openbare voorzieningen aan. Zij hebben daar geen juridische verplichting toe, schrijft de projectontwikkelaar op 26 januari 2022 in een e-mail.
Het aanleggen van publieke parkeerplaatsen ligt volgens hen op het bordje van de provincie. De mail wordt besloten met het verzoek aan de geadresseerde om ‘even een mooie beantwoording te dichten’. Op een mooie zomerdag zijn er nu al te weinig parkeerplaatsen in Vlietland. Hoe wordt het beter voor de dagrecreant als er nog eens 200 plekken verdwijnen? Het frappante is dat de wethouder in de brief lijkt te suggereren dat er parkeerplaatsen bijkomen. Dit is een misleidende voorstelling van zaken en is nergens afgesproken met de ontwikkelaar.
Een beperking van de toegankelijkheid, een verlies aan parkeerplaatsen. Het zijn allemaal zaken die de dagrecreatie niet bepaald versterken. De wethouder noemt in deze context ook de golffaciliteiten die er juist niet komen. Daar mogen we ons gelukkig mee prijzen, want die golffaciliteiten zouden ‘de huidige (water)recreanten’ kunnen verdringen. Wij vragen ons af waarom de wethouder van mening is dat golffaciliteiten dagrecreanten zouden kunnen verdringen, maar 222 vakantievilla’s niet. Aan een kaalgeslagen gebied dat jaren nodig heeft om te herstellen heeft een dagrecreant ook niets’.