Gedeputeerde Anne Koning heeft voor het eerst gereageerd op de in gebreke stelling die ontwikkelaar DLR aanhangig heeft gemaakt omdat de provincie eerdere afspraken rond de bouw van 222 recreatiewoningen in Vlietland, niet zou zijn nagekomen. Koning heeft over de zaak een brief aan Provinciale Staten gestuurd. De tekst luidt aldus:
‘Geachte Statenleden,
Op 23 januari 2024 is de provincie door Dutch Lake Residence (DRL) (mede namens Recreatiecentrum Vlietland BV (RCV)) in gebreke gesteld omdat de provincie niet zou voldoen aan haar contractuele verplichtingen zoals overeengekomen in het (onder)erfpachtcontract voor gronden in provinciaal recreatiegebied Vlietland. DLR/RCV hebben deze brief ook onder de aandacht van Provinciale Staten gebracht.
Graag geef ik u achtergrondinformatie en duiding bij deze ingebrekestelling. Vanaf het ondertekenen van de (onder)erfpachtakten zijn wij met DLR/RCV in gesprek over het (moment van) nakomen van de provinciale verplichtingen zoals het omleggen van de Rietpolderweg en verwijderen van de infrastructuur, waaronder wandel- en fietspaden en parkeerterreinen, in het in erfpacht gegeven gebied. De provincie heeft in dat kader steeds aangegeven dat zij als betrouwbare overheid de verplichtingen die in het verleden zijn aangegaan, zal nakomen.
Over het moment waarop de provincie de werkzaamheden zal uitvoeren, is door de provincie echter aangegeven dat pas te willen doen als DLR heeft aangetoond dat ze daadwerkelijk gestart is met de ontwikkeling. Dit is voor wat betreft het verwijderen van de infrastructuur ook zo vastgelegd in de erfpachtakte.
Daarnaast speelt voor ons een wezenlijke rol dat het hier een ontwikkeling in het provinciaal recreatiegebied betreft, waarbij het maatschappelijk van belang is dat het recreatieve gebruik niet meer wordt beperkt dan noodzakelijk. Dat betekent dat de provincie niet eerder structuren in het gebied wil verwijderen dan dat deze verwijdering daadwerkelijk nodig is voor de ontwikkeling door DLR/RCV.
Voor het niet in gebruik zijnde parkeerterrein Weegbree laten we deze inclusief toeleidende paden wel al verwijderen, zoals eerder bij u aangekondigd. DLR/RCV heeft echter de voorkeur voor het zo spoedig mogelijk verwijderen van alle structuren.
Er is geen sprake van onwelwillendheid vanuit de kant van de provincie, doch het moment van nakomen van de verplichtingen moet wat de provincie betreft wel en steeds in samenhang met de totale ontwikkelingen worden gezien. Het gesprek met RCV/DLR heeft naast constructieve wisselingen ook geleid tot diverse (juridisch getinte) mails en brieven, wat uiteindelijk heeft geleid tot de ingebrekestellingsbrief. Naast dit formele traject wordt ambtelijk met DLR/RCV ook gesproken over hoe wij samenwerken waarbij rekening wordt gehouden met verschillende belangen, functies en rechten.
Overigens deelt de ondererfpachter (DLR, red.) in de brief van 23 januari jl. mee dat ze het beheer en onderhoud van het in erfpacht genomen gebied opschort en terug legt bij de provincie. De provincie heeft ondererfpachter laten weten dat de provincie deze eenzijdige opschorting niet accepteert: de verantwoordelijkheid van DLR/RCV voor het beheer van het gebied blijft onverlet van kracht. Zodra wij een reactie op de ingebrekestelling hebben verzonden, zal deze met u worden gedeeld. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, drs. ir. A.L. (Anne) Koning’. (foto provincie ZH)