Het warme weer zorgt er voor dat er in deze laatste maand van de winter van 2024 al weer een aantal jonge haasjes gevonden zijn. Aldus de Wildopvang Haaglanden. Een hazenmoeder laat haar jongen direct na de geboorte achter in een leger, een kleine kuil in het gras. De kleintjes zijn helemaal behaard en compleet als ze geboren worden. Ze hebben nog wel hazenmelk nodig en hiervoor komt moederhaas tweemaal per dag langs. In de tussentijd zitten de dan nog geurloze haasje plat in het leger en wachten tot de moeder weer langs komt. Binnen enkele dagen is het stil zitten niet leuk meer en wordt de omgeving van het leger verkend. Dit is wanneer de meeste jonge haasjes door mensen ‘gevonden’ worden. Bijna altijd goed bedoeld, maar niet goed voor het kleine spul.
In januari werd dit jaar de eerste haas al weer gevonden. Dit keer een volwassen ventje, dat op een drukke weg in een grote stad aan de wandel was. Ook de jonge haasjes komen al weer binnen. Het eerste was een haasje, dat gevonden werd door een hond, die dacht, dat het een speeltje was. Die ontmoeting leverde hem een ritje naar de wildopvang op. Met zijn gewicht van niet meer dan 100 gram was het een pas geboren haasje, dat de komende tijd afhankelijk is van de surrogaatmoeder van de wildopvang om daarna klaar gestoomd om weer in het wild uitgezet te kunnen worden. Daarnaast zijn er enkele haasjes opgepakt, omdat men dacht, dat het uitgegraven jonge konijntjes waren. Ook zij worden voorlopig gevoed door de vrijwilligers van de wildopvang.
Eenmaal opgepakt zullen de eerst geurloze jonge haasjes wat mensengeur overnemen. Als ze terug gezet worden, zal moederhaas ze hierdoor verstoten en overleven ze niet. De melk is dan nog te belangrijk voor ze. Is een jong haasje opgepakt, dan heeft het alleen kans als het bij een gespecialiseerd opvangcentrum gebracht wordt. Daar heeft men de vervangende melk en weet men wanneer een jong haasje welk soort onkruid gaat eten. Dit laatste is erg belangrijk, omdat het diertje in de natuur zelf kan bepalen wat het wel en niet eet en in een opvangcentrum moet het goede eten dan wel in de goede periode voor handen zijn. Na verloop van enkele weken moet ook het uitwennen, de voorbereiding op het in het wild uitzetten, begonnen worden. De hoeveelheid melk wordt afgebouwd, de hoeveelheid onkruid wordt steeds meer en de vervangende moeder wordt, net als in het wild, door het grut verstoten. Nu wordt het tijd voor de verzorgers om bij de vergunninghouder te vragen om een plaats te zoeken om de dan al behoorlijk grote en ‘puberende’ hazen uit te zetten.
Wat te doen als u jonge haasjes ziet? Afstand houden en genieten van de spelende minihaasjes. Het is een prachtig gezicht om de kleintjes te zien dartelen rond het hazenleger. Vooral niet opjagen en zeker niet oppakken. Ze houden niet van knuffelen op een mensenmanier en ze zijn alleen ‘lief’ tegen de moeder, omdat ze afhankelijk zijn van haar melk.
Wanneer mag ik ze oppakken? Als ze in gevaar zijn en/of de moederhaas zeker niet meer op komt dagen. Langs een drukke weg lopen de kleintjes het gevaar om op de weg terecht te komen. Midden in een weiland of bijvoorbeeld in een moestuin is er geen gevaar! Het is moeilijk om zeker te weten of de moeder niet meer op komt dagen. Alleen als in de directe omgeving van het leger een volwassen haas dood gevonden wordt is de kans groot, dat het de moeder is, maar zelfs dan is het nog niet zeker.
Kan ik ze zelf opvoeden? Ten eerste is er voor het vervoeren en opvangen van beschermde dieren, zoals de haas, een vergunning nodig. Oppakken en vervoeren is strafbaar. Daarnaast is het grootbrengen en opvoeden van jonge haasjes een wetenschap op zich. De diertjes drinken speciale melk op vaste tijden. Om geloofwaardig over te komen moeten bepaalde ‘liefkozingen’ van de moederhaas geïmiteerd worden. Zonder deze rituelen kan een kleintje de surrogaatmoeder verstoten en weigeren te drinken. Na verloop van tijd moet de hoeveelheid melk afgebouwd worden en moet de goede soort onkruid in voldoende hoeveelheid vers aangevoerd worden. Vanaf dat moment zal het schattige jonge haasje langzaam veranderen in een grommend wild monstertje, dat ook de tandjes zal gebruiken als het daar zin in heeft. Tijdens het uitwennen zal het wilde karakter steeds meer de overhand krijgen en kan een haas zich van schrik ernstig verwonden of zich letterlijk dood schrikken, ook als de surrogaatmoeder in de buurt komt. Na het uitwennen moet er een geschikte plaats gevonden worden om de diertjes veilig uit te zetten.
Als u dartelende jonge haasjes ziet, geniet dan op afstand van ze. Pak jonge haasjes niet op tenzij ze echt gevaar lopen. In hun kuiltje in het hoge gras midden op het weiland, een groengebied of zelfs in de moestuin (wees niet bang, ze eten bijna alleen onkruid en laten gewassen met rust) zijn ze thuis en meestal niet in gevaar. Daar mogen ze dus niet opgepakt worden.
Zijn ze na overleg met een wildopvang met een goede reden opgepakt, doe ze in een niet te groot donker doosje met hooi. In het donker is de stress minder. Neem zo snel mogelijk contact op met een knaagdierenopvangcentrum of informeer bij de plaatselijke dierenambulance naar een gespecialiseerd opvangadres. Zet ze niet terug, dat betekent een zekere dood.
Het opvoeden is een bezigheid, die maar weinig mensen zomaar op zich kunnen nemen en die kennis van, inzicht in en liefst ervaring met hazengedrag vereist.