De gemeente moet, met een streep onder dat woord, 448 opvangplaatsen voor asielzoekers realiseren. Basis vormt de zogenoemde Spreidingswet die de rijksoverheid de bevoegdheid geeft asielzoekers over de gemeenten te verdelen. Die wet ging 1 februari in.
Uiterlijk 1 november moeten B&W middels een plan aangeven waar de plekken te vinden zijn. Die voornemens worden gebundeld met de intenties van alle andere gemeenten in Zuid-Holland.
Komt het totaal aan opvangplaatsen overeen met het gevraagde voor de hele provincie, dan is alles ok. Zo niet, dan kan de staatssecretaris van justitie één of meerdere gemeenten een aanwijzing geven om de opvang alsnog voor elkaar te krijgen. Per 1 februari 2026 herhaalt het hele circus zich.
In de gemeente worden nu zo’n 200 Oekraïners opgevangen. Die tellen niet mee. Daarnaast wordt gewerkt aan de opvang van 50 tot 80 minderjarige asielzoekers op Overgoo in een oud kantoorgebouw. Die opvang zou daar tot eind 2026 mogelijk zijn.
In november 2023 meldde verantwoordelijk wethouder Bianca Bremer de gemeenteraad: ‘Dit is het maximale wat we kunnen. We hebben gewoon geen plek’.
Nu ligt er dus de noodzaak nog eens 448 mensen op te vangen. De wethouder stelt nu zich aan de wet te zullen houden. Ze wil de opvang dan ook realiseren en niet de kans lopen op een aanwijzing van de staatssecretaris.
Nobel streven, maar hoe realistisch is dat? In de gemeenteraad beweerde de wethouder dat van de 448 de 80 plekken voor minderjarige asielzoekers afgetrokken mochten worden. Een uitspraak die door het verantwoordelijke ministerie van Justitie met de wet in de hand wordt ontkracht: alleen een opvang van meer dan 100, en die minstens vijf jaar blijft bestaan, mag ‘verrekend’ worden.
Dus de 448 blijft staan. Op grond van eerdere uitspraken zijdens B&W is het volgende lijstje te maken van opties die afvallen:
– Gemeentelijke gebouwen (zijn geen geschikte panden voorhanden),
– Gemeentelijke grond om opvang te realiseren (gemeente heeft geen bouwgrond),
– Locaties met een economische bestemming (tenzij herontwikkeling is gepland),
– Locaties waar door de komst van de opvang woningbouw vertraagd wordt,
– Particuliere gebouwen tenzij de eigenaar die zelf aanbiedt (gemeente kan niets opeisen),
– Bedrijfsruimten tenzij de eigenaar die zelf aanbiedt (gemeente kan niets opeisen),
– Kantoorruimten tenzij de eigenaar die zelf aanbiedt (gemeente kan niets opeisen),
– Kerkelijke gebouwen tenzij de geloofsgemeenschap die zelf aanbiedt (gemeente kan niets opeisen),
– Plekken die minder dan 150 asielzoekers kunnen bevatten (wil Centraal orgaan opvang asielzoekers niet).
Wat er dan nog aan opvangmogelijkheden overblijft wil een woordvoerster van wethouder Bremer niet zeggen. ‘Het college heeft de opdracht van de raad gekregen om met een voorstel te komen hoe, in samenwerking met de regio, te voldoen aan de taakstelling uit de Spreidingswet. Deze opdracht moet worden uitgewerkt tot een voorstel. Dan wordt duidelijk hoe en waar de gemeente opvangplekken kan realiseren’, luidt de reactie.
Het heeft iets van het zoeken naar de kwadratuur van een cirkel. En daar is al zo’n 150 jaar van bekend dat die niet bestaat.
Als het ‘probleem’ niet door Leidschendam-Voorburg zelf wordt ‘opgelost’ moet het regionaal. Op kosten van deze gemeente. Datzelfde zal gaan gebeuren bij een aanwijzing van de staatssecretaris: die zal stellen dat de asielzoekers dan maar in hotels of bijvoorbeeld flexwoningen een plek moeten krijgen. Er ook dat op kosten van Leidschendam-Voorburg zelf.