Mening
Peter van der Ploeg leest: Haribo als krachtvoer

Als sport is wielrennen oneindig veel mooier dan voetballen. Ik realiseer me dat weer eens nu we de afgelopen weken zijn vergast op het EK Voetbal. Toegegeven, het kende ook z´n mooie momenten. Maar de belangen zijn zo groot dat, zodra zo´n voetballer het gevoel heeft de controle te verliezen, de doos met smerige trucjes wordt geopend: aan een shirt trekken, een arm vastpakken, met de noppen bovenop de voet van je tegenstander gaan staan en dan even een draaibeweging maken, of gewoon pootje haken. En dan de vermoorde onschuld spelen wanneer de scheidsrechter het tóch heeft gezien. Wie het altijd ziet is de televisiekijker, want elke snoeiharde tackle komt in slow motion nog minstens twee keer voorbij. Het bewijs leverend dat het huidige profvoetbal weinig meer te maken heeft met het begrip sportiviteit.

Neem dan wielrennen. Mijn favoriete sport, maar dat had u waarschijnlijk al begrepen. De wielrenner, man of vrouw, neemt het als individu op tegen de elementen, of dat nu tegenwind, vals plat, een bergweggetje of een lekke band is. Hulp is weliswaar bij profwedstrijden altijd ergens in de buurt, maar het komt toch in de eerste plaatst op de sporter zelf aan. En fysiek contact is alleen bedoeld om een door het ijs zakkende ploegmaat een duwtje in de rug te geven.

De mooiste profwedstrijden zijn voor mij de grote rondes en dan vooral de Tour de France en de Giro, waarvan de NOS sinds jaar en dag ruim verslag doet. Op dagen met beklimmingen van beruchte toppen in de Alpen en Pyreneeën zelfs integraal. Dat geeft je als kijker ruim de tijd om je sportheld in actie te zien, te genieten van zijn klimstijl of leep geplaatste demarrage. Een van mijn favoriete renners was Tom Dumoulin die in zijn topjaren als prof, tussen 2016 en 2021 een indrukwekkende lijst aan overwinningen bij elkaar fietste. Van hem verscheen onlangs een samen met sportjournalist Nando Boers geschreven biografie, ´Op gevoel´. Een passende titel, merk je al lezend.

Dumoulin heeft een uitstraling die je het best flegmatiek kan noemen. In interviews is hij niet de gedreven sportman die van jongs af aan maar één doel in het leven had, wielrenner worden. Integendeel, het kwam hem aanwaaien. Hij ontdekte als tiener dat hij het fietsen in zijn benen had, en dat hij er plezier aan beleefde. Bij een lokale club schaafde hij aan zijn techniek en nam met steeds meer succes deel aan amateurwedstrijden. Maar intussen maakte hij zijn gymnasium af en schreef zich in Maastricht in voor de studie medicijnen. Hij werd niet ingeloot en koos vervolgens voor gezondheidswetenschappen. Ook dat had immers met het menselijk lichaam te maken, zijn grote fascinatie. Maar inmiddels had dat lichaam zich zo ontwikkeld dat hij podiumplaatsen in de wacht begon te slepen. Een aanbod van een kleine wielerploeg volgde, een vergezicht van een leven als profrenner: Dumoulin vond het te spannend om er niet op in te gaan. Hij werd pro.

Voor wie het wielrennen een beetje volgt, is de erelijst wel bekend: in 2017 won hij de Giro, in 2018 eindigde hij als tweede in Giro én Tour. Ook in 2017, achteraf gezien zijn topjaar, werd hij wereldkampioen tijdrijden. Daarnaast zijn er talloze anderen zeges, groot en klein, en etappes in de grote rondes. In de eerste jaren reed hij bij Argos-Shimano, een relatief kleine ploeg. Hij was daar onderdeel van de sprinttrein van Marcel Kittel. Vervolgens stapte hij over naar Sunweb, om zijn wielerloopbaan te beëindigen bij Jumbo-Visma. Elke overstap betekende een grotere en meer professionele ploeg. Prima, zou je denken, maar juist dit werd een facet van het probleem dat uiteindelijk zou leiden tot zijn vroegtijdige vertrek uit de wielersport in 2022.

Na Toms overwinning in de Giro van 2017 stelde Sunweb een plan voor hem op. Het succes moest immers herhaald worden, het liefst ook in de andere grote rondes. Op basis van wetenschappelijk vastgestelde kaders diende hij te trainen, te eten, te slapen. Data-analisten en diëtisten stippelden zijn leven uit. Na afloop van zware etappes waarin hij diep was gegaan kreeg hij in de bus naar het hotel alvast rijst te eten, terwijl hij eigenlijk snakte naar een zak Haribo om weer op krachten te komen. Eén keer liep de onenigheid hierover zo hoog op dat hij de bus bij een benzinestation liet stoppen om demonstratief twee familiezakken van het spul te kopen. Die hij vervolgens nog tijdens de rit opat. Misschien lichamelijk niet de ideale oplossing, maar hij voelde zich er goed bij. En dat was belangrijk, want hij had de fietssport altijd op gevoel bedreven.

En al die komende overwinningen die door de clubleiding waren gepland en soms al met sponsors gecommuniceerd? Tom wilde graag iedere grote ronde één keer winnen. Dat was voor hem voldoende, de ambitie waar hij zich prettig bij voelde, waarvoor hij zich kon opladen. Maar hij kreeg een prachtig salaris en voelde zich verplicht daar iets tegenover te zetten. Gevolg was dat hij zijn plezier in het fietsen langzaamaan verloor, zich ‘overtrained’ voelde. Topprestaties leveren wanneer je tegelijkertijd twijfelt aan het nut van wat je doet gaat niet lukken. Hij kwam in een neerwaartse spiraal terecht, in het begin niet zozeer lichamelijk maar zeker wel geestelijk. Omdat hij klaagde en twijfelend overkwam stond hij al snel als zodanig bekend. Het kwam het beeld dat van hem bestond niet ten goede.

Nando Boers laat Tom in deze bio veelvuldig zelf aan het woord. Die uit zich vaak heel beeldend: ‘in de shit met mezelf, voelde me totaal ruk’ en ‘mezelf kwijtgeraakt’ en ‘lichaam helemaal naar de tyfus’. Omdat hij zijn eigen denkbeelden en ambities niet goed kon – of wilde – delen met de ploegleiding voelde hij zowel een burn-out als een bore-out aankomen. Het interesseerde hem steeds minder. Nadat Jumbo-Visma hem voor een kapitaal had overgenomen van Sunweb werden de werkverhoudingen naar zijn idee onpersoonlijker, de praktische aanpak van het fietsen nog zakelijker en afstandelijker. En voelde hij zich, vanwege de financiële context, nog meer verplicht te leveren. Tom: ‘In de topsport is het samen winnen en in je eentje verliezen’.

De opzet van deze openhartige biografie is goed gekozen. Boers en Dumoulin maken trips naar plekken die belangrijk zijn geweest voor Toms wielerloopbaan. In de auto, het vliegtuig, een berg opwandelend of tijdens een kop koffie praten ze over die momenten. Of bellen met voormalige collega’s als Laurens ten Dam of Karsten Kroon. Komen tot het inzicht dat ‘undertrained’ lichamelijk en qua prestaties wellicht te prefereren is boven ‘overtrained’. Dat niemand iets te verwijten valt, maar dat een ploegleiding meer aandacht zou kunnen hebben voor het psychische aspect en een renner zich duidelijker zou kunnen uiten over zijn gevoel. En, last but not least, dat Tom beter naar zijn moeder had moeten luisteren. Die sprak namelijk, toen hij weer eens klaagde over het etensregime in de ploeg: ‘Maar Tom, ze hoeven toch niet te wéten dat je af en toe graag snackt?’

Nando Boers & Tom Dumoulin / Op gevoel. Een wielerleven / Luisterboek, voorgelezen door Lykele Muus / 6 uur en 23 minuten / Thomas Rap, via Storytel

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter