Ernst Ford, bestuursvoorzitter Theater Ludens, en Rogier Helwig, directeur, snappen het niet meer. Van de ene kant krijgen ze vanuit het Raadhuis niets dan lof voor al hetgeen ze op cultureel en maatschappelijk gebied doen, van de andere kant volgen op die woorden geen daden. Niet meer geld in de vorm van subsidie, geen betere accommodatie in een Huis van Verhalen, te bouwen in winkelcentrum Julianabaan.
In tegendeel zelfs. Een pleidooi van Rogier voor een blijvende subsidie van vier ton per jaar, onder dreigende sluiting van het theater, blijft onbeantwoord. Kort daarop publiceert het Raadhuis een lijst van bezuinigingen waarop het theater ook staat. Er komt een Cultuurvisie uit vol nieuwe wensen en verlangens. Maar de culturele instellingen krijgen er geen cent bij. ,,We zijn buitengewoon bezorgd’’, verwoordt Ernst de gevoelens.
Rogier verwijst naar een rapport dat het bureau Berenschot voor B&W maakte. De conclusie: de culturele sector hangt met plakband aan elkaar. Tegelijk wordt er heel veel verwacht, maar de financiën zijn volstrekt onvoldoende. ,,Nu ligt er de Cultuurvisie vol mooie woorden en begrippen. Maar als de infrastructuur ten onder gaat, waar gaan de mensen dan heen?’’, verwoordt Rogier zijn verbazing.
Ernst: ,,Voor corona is onze subsidie voor vijf jaar vastgezet, met een inflatie index. Maar dat was de situatie van 2020. Salarissen zijn gestegen, alles is duurder geworden. De subsidie blijft achter.’’ Er vinden met verantwoordelijk wethouder Marcel Belt wel constructieve gesprekken plaats waarin de bestuurder aangeeft naar oplossingen te zoeken. Maar daar getuigt de Cultuurvisie dan weer niet van. Daar wordt een nieuwe koers in geschetst met nieuwe activiteiten. ,,Maar zonder geld’’, aldus Rogier.
Volgens de wethouder gaat de visie gericht op meer participatie en educatie Theater Ludens niet aan ‘want dat doen jullie al’, zo krijgt het duo te horen. Maar dat past dan niet bij bezuinigingen in de cultuursector. Rogier:,, Het wordt heel zuur. Het is eigenlijk een zwaktebod, geen cent erbij. Berenschot gaf aan dat de gemeente zich kapot moest schamen met de financiële bijdrage aan de sector. Maar daar is geen inhoudelijk gesprek over mogelijk. De wethouder zegt bij de vraag om extra geld steeds ‘ja maar B&W, maar de gemeenteraad’.’’
Bij de vraag om vier ton subsidie per jaar verwijzen Ernst en Rogier naar de huidige situatie bij het theater. Er wordt gewerkt met een staf van 3,4 mensen, 70 vrijwilligers. Die zijn allemaal 6,5 dagen per week in de weer. Het ‘clubje’ is ‘volstrekt onvoldoende’, merkt Ernst op. Er wordt structureel overgewerkt, en nog te veel ook. En dat alles vanuit het enthousiasme om het theater goed te laten draaien. Vanuit goed werkgeverschap is dat niet te verkopen, stelt Ernst. Vanuit de eigen begroting is er een personeelsuitbreiding gefinancierd. En wordt er geïnvesteerd in de vrijwilligers middels trainingen en opleidingen. Het gevolg is echter dat het geld op raakt. Zelfs voor een extra periodiek is er al geen ruimte meer.
,,Als we die vier ton niet krijgen wordt het lastig. Dan gaan we failliet of we moeten de doelstellingen naar beneden bij stellen. En dan is het ook einde oefening’’, concludeert Rogier. ,,Er wordt absurd weinig uitgegeven voor cultuur in deze gemeente. Zie Berenschot. Dat bureau gaf ook aan dat Ludens sub optimaal functioneerde. Maar dat laten we nu maar zo. Leg mij de logica maar uit. Het is allemaal niet zo doordacht. De visie is een verzameling frasen. Burgers bij cultuur betrekken. Maar aan de praktische uitvoering is niet gedacht. Of het is niet opgeschreven vanwege de geldkwestie.’’
,,En als ik dan hoor ‘ach de mensen kunnen toch in Den Haag naar het theater’, dan snap je er niets van. Dan beledig je ons publiek. Dan is er straks dus niets meer. Nou leuk.’’
Ernst: ,,Hier kun je op de dag zelf beslissen om om de hoek naar het theater te gaan. Bij Den Haag kan dat niet. Dan is een heel ander uitje. Wij zijn een buurttheater, waar buurt- en stadsgenoten elkaar tegenkomen. Over sociale cohesie gesproken. Dat is toch een speerpunt van gemeentelijk beleid!’’
Dat ‘buurttheater’ zou een nieuwe vestiging krijgen op het Koningin Julianaplein, in winkelcentrum Julianabaan, samen met de bibliotheek in een ‘Huis van Verhalen’. Er wordt al jaren over gesproken. Eind dit jaar zou B&W met het verlossende woord komen. Rogier: ,,We horen officieel niets meer. Alleen dat er vier opties lagen maar die waren allemaal niet optimaal dus daar zou B&W niet voor kiezen. Ik concludeer daaruit dat het Huis der Verhalen is afgeschoten. Wat er dan wel gaat gebeuren? Alleen een nieuwe bibliotheek? Ik weet het niet. Met het Huis van Verhalen zou je een enorme slag kunnen slaan wat betreft culturele infrastructuur. En je zou als wethouder je visie kunnen verwezenlijken. Voor onze overleving hoef je het niet te doen, voor Leidschendam-Voorburg, uitgaande van de Cultuurvisie, absoluut wel. Maar dan moet er wel geld bij.’’