Mening
U zegt het maar: Dodelijk voor een maatschappelijk debat

Niet alleen in het dagelijks leven maar ook in politieke en bestuurlijke debatten verharden de discussies en daarmee de persoonlijke verhoudingen, neemt de inhoudelijke argumentatie af en het gebruik van dooddoeners toe. Dooddoeners geven een duidelijk signaal af dat er eigenlijk geen echt debat wordt gevoerd. Je zou ze daarom eigenlijk moeten verbieden zodat er ruimte komt voor debat dat leidt tot een beter functionerende overheid en een betere samenleving.

Wat zijn dooddoeners, waarvoor worden ze gebruikt en wat zijn de effecten? Aan de hand van een aantal voorbeelden uit de wereld van de overheid licht ik dit toe. Iedere burger dient de wet te kennen: dat wordt nog steeds gebruikt bij discussies rond overtredingen van regels of wetten. Als ultiem argument om de burger te wijzen op zijn verantwoordelijkheid en discussie daarover uit te sluiten. Maar het is een eis waaraan niemand kan voldoen, zelfs niet een belezen jurist. Met ruim 3500 nationale wetten en per wet vele en uiteenlopende wetsartikelen, vele internationale verdragen en ruim 80.000 gemeentelijke regelingen is dit een onmogelijke opgave, ook voor een verbalisant.

In politieke discussies wordt niet zelden gerefereerd aan ‘dat mag niet van Brussel’, ‘dat is in strijd met ons beleid’, ‘laten we realistisch blijven’ en ‘als het echt een goed idee was, hadden anderen het al lang geprobeerd’. Afweermechanismen om de inhoudelijke discussie af te kappen en af te leiden. De tegenpartij wordt zodoende schaakmat gezet en monddood gemaakt. Het statement gaat veelal volstrekt voorbij aan de realiteit want het weerleggen vereist nadere onderbouwing en daar is geen tijd voor in de discussie.
Ook om zaken te vertragen en van uitstel afstel te maken zijn enkele (haast standaard) formuleringen actief in de politiek. Voorbeelden hiervan zijn: ‘zet het eerst maar eens op schrift’, ‘laten we het in beraad houden’ en ‘daar zijn we nog niet rijp voor’. Minder afwijzend klinkende vormen hiervan zijn: ‘het is ingewikkeld’ en ‘we moeten hierover met elkaar in gesprek gaan’. Wat meer verhullend is: ‘we nemen het mee’. Omdat daarmee niet wordt geduid op vertraging, terwijl dat meestal wel zo uitpakt.

Achterliggende gedachte bij het gebruik van dooddoeners kan ook afwentelen zijn of de thematiek bagatelliseren. Ook hierbij enkele voorbeelden: ‘wij herkennen ons niet in dit probleem’, ‘dat is niet ons probleem’, ‘bewijs maar eens, dat het niet zo is’ of ‘de minister zal er niks in zien’

Dan zijn er ook nog de persoonlijke gerichte uitspraken, meestal geplaatst in het vuur van het debat en ook bedoeld om de huidige situatie te behouden. Voorbeelden hiervan zijn: ‘sinds wanneer ben jij een expert geworden’, ‘bekijk het eens positief’, ‘het werkt al jaren zo’, ‘ik wil het wel transparant houden’ en ‘doe eens normaal’.

Een voor burgers nogal ontmoedigend soort dooddoeners zijn nietszeggende uitspraken over slecht lopende uitvoering van beleid. ‘Met de kennis van nu’… geeft aan waarom het niet goed loopt, maar die kennis was er in de meeste gevallen ook al toen dat beleid werd bedacht. ‘Er is maatwerk nodig’ laat zien dat het niet goed gaat, maar dat dit komt door onnodig ingewikkelde regels waar mensen aan moeten voldoen om ergens voor in aanmerking te komen en dat maatwerk dit nog ingewikkelder maakt wordt er niet bij verteld; ondertussen wordt dat beleid niet of nauwelijks verbeterd of liever gezegd vereenvoudigd.

Dan zijn er ook nog allerlei uitspraken over wat er in de toekomst moet gebeuren die als zodanig geen dooddoeners zijn maar wel eenzelfde soort effect hebben. Denk bijvoorbeeld aan: ‘de bestaanszekerheid moet worden verbeterd’ of ‘de sociale ongelijkheid moet worden aangepakt’, maar zonder aan te geven hoe dat zou kunnen blijft dit in het luchtledige hangen.

Daarnaast zijn er ook allerlei wens denkende uitspraken die wel wat zeggen over de manier waarop een doel kan worden bereikt, maar waarbij die manier bepaald niet als kansrijk kan worden bestempeld. Bijvoorbeeld: ‘de criminaliteit kan omlaag worden gebracht met een hardere aanpak’ , waarbij kan worden opgemerkt dat preventief beleid aan de voorkant veel effectiever is dan dweilen met de kraan open aan de achterkant. Of ’de vluchtelingenstroom kan worden ingedamd door controle aan onze landsgrenzen’. Wat tamelijk hopeloos lijkt, terwijl verbetering van de leefomstandigheden in de landen waar vluchtelingen vandaan de oorzaak van hun vluchtgedrag zou kunnen verhelpen.

Het mag duidelijk zijn waarom dit allemaal nutteloze en daarmee eigenlijk negatieve bijdragen zijn aan het maatschappelijke debat. Niet alleen wordt het debat hierdoor inhoudsloos, maar ook zet het de vooruitgang die de samenleving graag zou zien tot stilstand. Welke kenmerken van dooddoeners zorgen daarvoor? We zetten ze op een rijtje:

-Het is een effectief verdedigingsargument om de discussie af te kappen of af te leiden, wat misschien handig is voor degene die de dooddoener gebruikt maar niets oplevert voor het algemeen belang,
-Het is totaal niet inhoudelijk van aard, voegt dus niets toe aan de inhoud laat staan iets wezenlijks, waarmee zelfs degene die de dooddoener gebruikt niets opschiet, tenzij die meent dat er geen enkele reden is om iets te veranderen,
-Het bagatelliseert het oorspronkelijke onderwerp of leidt daar zelfs helemaal vanaf, waarmee de ernst van een probleem wordt miskend,
-Het wordt soms gebruikt als een persoonlijke aanval, wat weliswaar een zwaktebod is maar toch lastig is om goed mee om te gaan,
-Het leidt meestal ook tot populistisch scoren in de publiciteit, waardoor gezonde meningsvorming in de samenleving beduidend wordt belemmerd.

Als we ervan uit mogen gaan dat beleids- en bestuurlijke discussies op niveau, met respect en inhoudelijk relevant gevoerd dienen te worden dan is het veelvuldig gebruik van dooddoeners in de debatten verwerpelijk. Het is vanzelfsprekend dat een gespreksleider veel tijd en ruimte geeft in publieke debatten aan de volksvertegenwoordigers. Maar het zou evenzeer vanzelfsprekend moeten zijn om in te grijpen bij overmatig gebruik van clichématig argumenteren. De tijd die daarmee wordt bespaard kan worden vrijgemaakt voor een uitwisseling van ter zake doende argumenten, leidend tot een serieuze oordeels- en besluitvorming.

(Rob van Engelenburg, Platform O)

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter