Mening
Franks column: Slavernijverleden

De hele wereld zal volgend jaar ademloos en live toekijken hoe, in de Oude Kerk in Voorburg, de burgemeester naar het spreekgestoelte schrijdt. De spanning is van zijn gezicht af te lezen.

Hij neemt een slokje water en begint met het bekendmaken van de resultaten van het onderzoek naar het slavernij- en koloniale verleden van de gemeente Leidschendam-Voorburg. Een onderzoek waar in de gemeenteraad in juli 2024 aandacht voor is gevraagd om zich te kunnen scharen in het rijtje van o.a. Amsterdam, Rotterdam, Dordrecht, Arnhem, Hoorn, Eindhoven, Nijmegen, Delft, Deventer, Den Haag, ‘s-Hertogenbosch en Helmond. En nu dus ook Leidschendam-Voorburg.

De burgemeester begint door op te merken dat de gemeente Leidschendam-Voorburg als gemeente geen koloniaal en/of slavernijverleden heeft. De slavernij was tenslotte al 140 jaar afgeschaft toen de gemeente in 2002 werd gevormd. Sommige aanwezigen zien de humor van die opmerking wel in, anderen vinden het wat ongepast.

Er volgt een historisch relaas over het ontstaan van Voorburg en Leidschendam. Natuurlijk worden de Romeinen genoemd. Slavernij kwam daar zeker voor, zoals we allemaal van Asterix en Obelix weten. Van Italië waren voor zover bekend nooit excuses daarover ontvangen.

In een scherpe afbakening zo geeft de burgemeester aan, is de periode 1828 en 1863 relevant. In 1828 kwam Voorburg namelijk los van de gemeente Delft. Voor Leidschendam lag het historisch wat gecompliceerder door de geschiedenis van Veur, Stompwijk en Wilsveen.

Gelukkig is er vooralsnog geen bewijs dat de gemeente stelselmatig zich heeft ingelaten met slavernij of de nu verboden vruchten uit de koloniën had geplukt. Bij toenmalige individuele bestuurders van meer dan 140 jaar geleden is dat niet uit te sluiten, dus daar zou vervolgonderzoek naar kunnen plaatsvinden.

Bekend is wel dat de Menagerie ‘t Loo vol heeft gestaan met exotische dieren. De Rode Olifant in het huidige park ‘t Loo is daar een aandenken aan.

De burgemeester geeft tot slot nog aan dat het college van B&W graag met de gemeenteraad en relevante maatschappelijke partijen en personen na wil gaan hoe de gemeente gepast aandacht kan schenken aan Ketikoti. En zo wordt iedereen volgend jaar weer tevreden gesteld.

De onderzoekers, die echt een knap staaltje werk hebben geleverd, worden overigens niet met naam genoemd maar aangeduid met onderzoekers A, B en C. De gemeente heeft namelijk in 2024 ingevoerd dat alleen nog leden van het college met hun volledige naam mogen worden genoemd. De gemeentesecretaris – wiens naam we hier dus ook niet noemen – lette daar scherp op. Nog scherper dan de peper uit de Oost.

In maart 2026 zijn er weer gemeenteraadsverkiezingen.

(Frank Rozenberg)

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter