‘Onvoldoende gemotiveerd is waarom sprake is van noodzaak tot het realiseren van bovenstaand initiatief’. Het zijn keiharde woorden die de Omgevingsdienst Haaglanden (ODH) gebruikt om het plan van ontwikkelaar DLR 222 recreatiewoningen te gaan bouwen in natuur- en recreatiegebied Vlietland, feitelijk te torpederen.
De zin staat verstopt in het besluit van ODH om DLR geen omgevingsvergunning te geven om te starten met werkzaamheden ten behoeve van de bouw omdat de ontwikkelaar niet kan garanderen dat de boommarter in het gebied er geen, dan wel zo min mogelijk nadelen van zal ondervinden. Vlietnieuws berichtte daar gisteren over…
De geciteerde zinsnede gaat echter veel verder. Feitelijk is het een draai om de oren van alle ambtenaren en politici tot zich tot nu toe achter het bouwplan hebben geschaard. En koren op de molen van degenen die zich inzetten om het bouwplan definitief de prullenbak in te krijgen.
ODH laat in het besluit inzake de omgevingsvergunning duidelijk haar ongenoegen blijken over de handelwijze van DLR. ‘Aangegeven is dat het voornemen locatie bepaald is en niet op een andere locatie kan worden gerealiseerd. Er is niet inzichtelijk gemaakt welke andere locaties zijn overwogen en waaruit blijkt dat de huidige locatie de enige bevredigende locatie is voor de realisatie van het vakantiepark met 222 grondgebonden woningen en horeca voorzieningen’, schrijft ODH.
‘Aangegeven wordt dat het noorden van Vlietland bestemd is voor intensieve recreatie en dat al geruime tijd de wens bestaat functies toe te voegen aan recreatiepark Vlietland die jaarrond gebruikt kunnen worden. Op dit moment komen er in de winter, het voorjaar en het najaar weinig mensen naar het recreatiegebied. Door het realiseren van het vakantiepark met bijbehorende voorzieningen wordt invulling gegeven aan deze bestemming. Er is niet inzichtelijk gemaakt welke andere opties zijn overwogen om hier een invulling aan te geven’. En even verderop: ‘Het feit dat het voornemen financieel niet rendabel wordt indien de oppervlakte van het voornemen verder afneemt is geen bevredigende oplossing’.
Kritiek is er ook op de stelling van DLR dat men nu niet kan aangeven welke maatregelen er voor de boommarter getroffen kunnen worden gezien de schaal van het plan en de geïsoleerde ligging van het bouwgebied.
ODH geeft verder aan dat men diverse malen nadere informatie van DLR heeft gevraagd doch niet gekregen. Het feit dat DLR zich beroept op de werkgelegenheid (er ontstaan 50 tot 200 nieuwe banen, zo beweert men) wuift ODH weg. Het gaat om gegevens uit 2019 toen er weinig banen waren. De arbeidsmarkt nu is echter veel anders. Alleen al in Leidschendam-Voorburg zijn er 600 vacatures. Bovendien is er een structureel tekort aan (horeca)personeel.
Dat de ontwikkelaar zijn huiswerk niet heeft gedaan is wel duidelijk. Waarom? Is het arrogantie? ODH geeft nog even fijntjes aan ‘het bestemmingsplan waar de huidige activiteit op ziet, is niet definitief vastgesteld. Deze ligt sinds 29 maart 2022 in ontwerp in voorbereiding’.
Alleen wil DLR doorrammen, zo blijkt ook uit de ODH-stukken: dit najaar wil men starten met het graven van sloten, het verwijderen van groen en het voorbelasten van wegen. Dat zou duren tot medio 2025. Daarna staan de aanleg van nutsvoorzieningen, wegen, paden, parkeerplaatsen en verlichting gepland. Eind 2025 moet de bouw van de 222 woningen beginnen; eind 2029 moet het geheel klaar zijn.
Boommarter of niet. En dan wordt ook nog afgezien van de andere beschermde diersoorten die ODH voor het gebied opsomt: havik, buizerd, boomvalk, sperwer, ransuil, bosuil, steenmarter en diverse soorten vleermuizen. Wat DLR wil doen om die te beschermen staat in de sterren geschreven. ODH vroeg er naar maar kreeg geen nadere informatie.
Ter informatie: zonder goedkeuring van ODH, notabene een dienst van de provincie Zuid-Holland (eigenaar van Vlietland), komt er geen bouw. Alleen schijnen ze zich dat bij DLR (nog) niet de realiseren. Kan nog gezellig worden.