‘Door de flinke toename van het aantal vossen en het vaker meer in vossengebied bouwen van woningen, komen vossen steeds meer in aanraking met de mens. Dit hoeft geen probleem te zijn, omdat een vos in principe uit de buurt van de mens blijft. Alleen is dat alleen zo, tot het moment dat een mens gaat voeren.
Waar normaal gesproken een vos zich alleen in de nacht in stedelijk gebied laat zien, komt het steeds vaker voor, dat deze ook overdag komt kijken of er nog iets te eten is. Er zijn gevallen bekend, dat vossen bij iemand voor de deur lagen te wachten tot er gevoerd werd.
Bijkomend verschijnsel is, dat jonge vosjes dit gedrag van de moeder leren en dat gedrag in plaats komt van het natuurlijke gedrag. Een vosje zal zichzelf dus niet meer kunnen redden in het wild. Hierdoor is het ten dode opgeschreven.
Van de negen vosjes, die wildopvang Haaglanden binnen kreeg, waren er zeven door mensen gevoerd en deze lieten hun wilde gedrag, angst voor de mens, niet meer zien. Deze diertjes moeten dus opnieuw leren bang te zijn voor mensen en zelf op jacht te gaan.
Een vos is geen knuffeldier, maar een wild dier en zal dat moeten blijven. Er is voldoende voedsel in de natuur aanwezig. Hoe goed bedoeld ook: Een wild roofdier min of meer tam maken door te voeren, doet meer kwaad, dan goed, zowel voor het dier, dat zichzelf niet meer kan redden, als voor de mens’.
(Stichting wildopvang Haaglanden)