De Burgerkrachtcentrale (BKC) heeft harde kritiek op de experimenten met burgerparticipatie die wethouder Marcel Belt in de periode 2024-2026 wil houden. Volgens BKC gaat de wethouder uit van de overheid en niet de burger, en bestempelt hij projecten tot experiment die dat niet zijn. BKC heeft zelf voorgesteld om een experimenteerartikel op te nemen in de participatieverordening en heeft daar eerder ook concrete voorstellen voor gedaan.

‘Het is opvallend dat B&W het experimenteerprogramma invult vanuit zichzelf, vanuit zijn eigen rol. B&W zien het experimenteerprogramma ook als onderdeel van de organisatie visie. De BKC wil met het experimenteerartikel de inwoner centraal stellen, diens behoefte als vertrekpunt nemen en vanuit die positie te bekijken welke innovaties mogelijk zijn met als insteek een voor alle partijen betere, lokale samenleving te creëren’, aldus BKC.

BKC stelt verder dat Belt zaken tot experiment bestempelt die al in de verordening zelf zijn geregeld. Zoals het uitdaagrecht voor burgers (de burger laat de overheid weten bepaalde zaken beter te kunnen). Bij een aantal experimenten bepalen B&W hoe de resultaten getoetst gaan worden. ‘Dat heeft niets met experimenteren te maken, wel met betrouwbaar bestuur’, stelt BKC.

Van de vijf experimenten kunnen er twee genade vinden in de ogen van BKC: parkeerregulering rond de Mall en de veiligheidsscans in de wijken. Sterk voor Noord – Tuinkamer (welzijnsprogramma), Jongerenparticipatie/Jongerenforum (zijn al initiatieven geweest die ook zijn beoordeeld) en Voorburg Noord-Noord (niets experimenteels aan; meedenken over herinrichting) passen er niet bij.

BKC stelt voor de organisatie van een burgerberaad als experiment op te nemen met als inzet ‘hoe ervaart de inwoner de participatie’. Daarnaast zouden B&W en gemeenteraad een belangrijk vraagstuk aan de burgers ter advisering moeten voorleggen. Het advies (burgervoorstel) zou dan in de besluitvorming meegewogen moeten worden.