Het Hoogheemraadschap Rijnland accepteert de huidige toestand van de Meeslouwerplas in natuur- en recreatiegebied Vlietland. Dit ondanks het feit dat bouwbedrijf BAM zich niet gehouden heeft aan eerder afspraken over het minder diep maken van de plas en het minder steil maken van de oevers.

Dat hebben Recreatiecentrum Vlietland, vogelwerkgroep Vlietland, werkgroep milieu Leiden en de beheerscommissie vogelplas Starrevaart bekend gemaakt. Zij hebben bezwaar aangetekend tegen het besluit van het Hoogheemraadschap.

BAM was tussen 2010 en 2020 in de plas actief. Men stortte echter tegen de afspraken in deels zwaar vervuilde bagger in de plas. Op de stort werd zijdens het Hoogheemraadschap onvoldoende controle uitgeoefend. Ook de provincie Zuid Holland, eigenaar van Vlietland, bleef in gebreke bij het toezicht op de stort.

Het bestuur van het Hoogheemraadschap laat nu het volgende weten: ‘Bij de verondieping van de Meeslouwerplas zijn vooraf gestelde criteria voor het beoogde eindresultaat niet behaald: na verondieping is niet overal in de plas een afdeklaag aangebracht. Rijnland besluit om de werkzaamheden en de daarbij behorende vergunning in de Meeslouwersplas af te sluiten. Extra werkzaamheden en het alsnog aanbrengen van de complete afdeklaag leiden niet tot verbetering van de waterkwaliteit. Het alsnog verder aanbrengen van de afdekkende laag kan zelfs leiden tot een tijdelijke achteruitgang van de waterkwaliteit in de plas. De bodem van de plas met rust laten is het beste voor de waterkwaliteit’.

‘De provincie heeft middels een bestuurlijke brief toegezegd de waterkwaliteit de komende jaren te blijven monitoren. Wanneer een verslechtering wordt gemeten en deze wordt veroorzaakt door het niet afgedekte materiaal, dan draagt de provincie de verantwoordelijkheid om naar een oplossing te zoeken. In dezelfde brief heeft de provincie ook aangegeven om met het waterschap een verkenning te doen in de Meeslouwerplas. Het doel van deze verkenning is een beeld te krijgen van de mogelijkheid om de nog niet uitgevoerde maatregelen (areaal waterplanten) alsnog in te vullen. De provincie stelt een bedrag van maximaal € 200.000,- beschikbaar voor het uitvoeren van de maatregelen’.

‘Na grondig onderzoek en toezeggingen van de provincie heeft het college, omwille van de waterkwaliteit, besloten om de eindoplevering van het toepassen van grond/bagger te accepteren zonder volledige afdekking en de provincie Zuid-Holland als opdrachtgever hierover middels een brief te informeren. De zorgplicht blijft onverminderd van kracht’.

De bezwaarmakers stellen dat de schade die BAM heeft veroorzaakt feitelijk geaccepteerd wordt. Zij achten dat in strijd met de beginselen van behoorlijk bestuur. Het vooraf afgesproken eindresultaat is immers niet bereikt.

Dat het aanbrengen van een afdeklaag meer slecht dan goed zou doen is een veronderstelling, zo claimen de vier bezwaarmakers. Er is uitgegaan van het aanbrengen van zand. Naar alternatieven is niet gekeken.

De ‘toezeggingen’ van de provincie zijn volgens de bezwaarmakers boterzacht. Het ‘zoeken’ naar oorzaken van een mogelijke verslechtering van waterkwaliteit zegt niets over maatregelen; het monitoren van waterkwaliteit heeft geen consequenties; een verkenning van het areaal niet gerealiseerde waterplanten is niet verbonden aan actie.

Overigens stelt het Hoogheemraadschap in zijn bericht: ‘Echter de beoogde ecologische doelstellingen zijn nog niet volledig gehaald’.