‘Jeugdigen die opgroeien in Leidschendam-Noord hebben gelijke kansen op het ontwikkelen van talenten en vaardigheden; Inwoners in Leidschendam-Noord kunnen zich financieel goed redden en doen mee naar vermogen; Prinsenhof en De Heuvel/Amstelwijk zijn diverse wijken waar inwoners prettig en veilig wonen’.
Vanuit deze ambities startten de gemeente en 34 maatschappelijke organisaties drie jaar geleden het programma ‘Sterk voor Noord’. Budget: 10 miljoen euro voor de komende tien jaar. Er kwam een bestuur, een programmaplan en diverse uitvoeringsplannen. Nu ligt er een eerste evaluatie. En wat blijkt: het is eerder Zwak voor Noord dan Sterk.
Bestuurlijk loopt het allemaal niet. Betrokkenen hebben de idee dat ze te weinig kunnen ‘sturen’. Ze zijn te veel bezig met de uitvoeringsplannen; de concrete acties. Trends en problemen worden niet besproken. Van de andere kant weten bestuurders nog steeds niet of ze ook eigen onderwerpen aan de orde kunnen stellen, inclusief een plan van aanpak.
De ‘rollen’ en verantwoordelijkheden van bestuurders en ‘trekkers’ van uitvoeringsplannen zijn niet duidelijk. Wat mag de programmamanager bijvoorbeeld? Besluitvorming is onduidelijk, ook over de verdeling van het beschikbare geld.
Betrokkenen hebben het gevoel in een ‘silo’ te zitten; een eigen kringetje. Er is behoefte om meer organisaties erbij te betrekken, maar ook B&W, ambtelijke afdelingen op het Raadhuis, en de gemeenteraad. ‘Het programma leeft nu niet meer bij de raadsleden’, staat in de evaluatie.
Feitelijk is er geen verbinding tussen degenen die met Sterk voor Noord bezig zijn, en andere partijen. De organisaties binnen het programma zoeken die verbinding echter ook niet actief. Men wacht af, en hoopt op actie vanuit het Raadhuis.
In de evaluatie wordt geconstateerd dat de partijen in Sterk voor Noord te weinig laten zien wat ze doen en bereiken. Exclusief de berichten over ‘festiviteiten’. De communicatie moet beter: ‘Geef ook kwalitatieve duiding aan het programma. Met verhalen, van mensen in de wijk. Laat hen vertellen wat er tot nu toe gedaan is en waar zij veranderingen zien. Successen laten zien, maar ook de cases die vastlopen door wetgeving of het systeem’.
De deelnemende organisaties constateren zelf dat er veel overlap zit in overleggen over subsidies en gemeentelijke programma’s. De afstemming ontbreekt. Datzelfde geldt voor de acties die binnen het programma Sterk voor Noord worden georganiseerd. ‘Het formuleren van gezamenlijke doelen om op te sturen kan helpend zijn’.
Een andere constatering: Er zijn onvoldoende vernieuwende initiatieven ontstaan. Het blijft veelal regulier werk en ‘van hetzelfde’. Nieuwe wegen bewandelen gebeurt nog te weinig.
Hoe pijnlijk. Bestuurlijk loopt het niet. Men weet niet goed wat te doen. Loopt elkaar voor de voeten. Van de andere kant werkt men op een eiland zonder verbinding naar andere instanties binnen de gemeente. Maar die hebben ook geen belangstelling. De communicatie naar buiten is slecht; er is geen vernieuwing; de betrokken organisaties doen gewoon wat ze toch al zouden doen in hun normale werk.
In de evaluatie wordt ook geconstateerd dat de inwoners van de betrokken wijken te weinig bij Sterk voor Noord betrokken zijn. Ze nemen er niet echt aan deel. ‘Een ander verbeterpunt betreft het betrekken van bewoners. De wens is om dit meer te gaan doen en de participatie van bewoners te versterken. Het betrekken van bewoners bevordert het eigenaarschap en maakt dat met het programma meer kan worden aangesloten bij degenen om wie het gaat en wat er speelt in de wijk’.
Kortom: de doelgroep, de groep inwoners waarvoor Sterk voor Noord werd opgezet, doet ook al niet echt mee.
De uitvoeringsplannen dan. Daarover wordt opgemerkt dat de meeste acties uit die plannen zijn uitgevoerd en dat ze hebben bijgedragen aan de doelen van het programma. Tegelijk staat er echter te lezen dat er een nieuwe aanpak nodig is waarbij te behalen doelen, en resultaten van acties worden vastgelegd. Met andere woorden: dat is nu niet zo. Waarmee de bewering dat de acties hebben bijgedragen aan de doelen van het programma loos wordt.
Een overzicht in de evaluatie van de diverse acties geeft een tekenend beeld: loopt; wordt opgepakt; in uitvoering. En daar waar ‘afgerond’ staat is dat niet vanwege het succes: nader onderzoek; niet werkbaar; niet doorgegaan; niet haalbaar; vervolg nodig; beëindigd. Of het geheel is overgedragen aan een andere partij: woningcorporaties, gemeente Den Haag, stadsbeheer, gemeente Leidschendam-Voorburg, leefbaarheidsregisseur, bewoners. Kenmerkend: bij een afgerond onderdeel staat ‘drie acties gedaan’. Punt.
Van de oorspronkelijke 10 miljoen euro is nog 8 miljoen euro over. Volgens de gemeentelijke begroting 2025 en verder wordt dat geld vooralsnog niet besteed. Is maar goed ook. Met de uitkomsten van de evaluatie is een herbezinning op het geheel dringend noodzakelijk. Sterk voor Noord dekt de lading al lang niet meer. Zwak voor Noord wel. Maar dat was niet de bedoeling.