Over enkele dagen mogen de Amerikanen bepalen wie hun nieuwe president wordt. Het is dus weer feest, al maandenlang gaat het in de media over bijna niets anders. Nu is het deze keer wel heel spannend. Niet alleen is het in veel staten een nek-aan-nek race, ook spelen er buiten de Verenigde Staten allerlei zaken – een oorlog aan de oostelijke rand van Europa, om maar een dwarsstraat te noemen – waarvoor de uitslag grote gevolgen kan hebben. En er is bij een groot deel van de Amerikaanse kiezers angst. Donald Trump is immers al eens president geweest, en heeft toen laten zien dat hij voor het ambt in geen enkel opzicht is gekwalificeerd. En ditmaal slaat hij in de media ronduit dreigende taal uit. Enfin, we gaan het zien ….
De Verenigde Staten zijn altijd al het land geweest van de superlatieven. Vroeger waren die uitingen wat vriendelijker. Het was ‘het land van de onbegrensde mogelijkheden’. In de VS ‘kon een krantenjongen het tot miljonair brengen’. Nu, zoveel jaar later, is het allemaal wat minder vriendelijk. Het onderscheid tussen rijk en arm is gigantisch, grote groepen inwoners vallen in veel opzichten buiten de boot, leven aan de rand van de samenleving. Daarbij is de politiek er nooit een geweest van de ‘nuances’. In de VS kent het politieke leven maar heel weinig tinten grijs, de verhoudingen zijn eerder zwart-wit. Wrang genoeg in meer dan een opzicht.
Zo’n maatschappij kan voor een schrijver een fantastische inspiratiebron zijn. Als weinig anderen heeft Lionel Shriver (1957) dat de afgelopen decennia laten zien. Of het nu ging over obesitas (Big Brother, 2013), de waanzinnig hoge medische kosten en dito verzekering (So Much for That, 2010) of de wijdverbreide verslaving aan de triathlon en andere duursporten (The Motion of the Body Through Space, 2020), ze schreef er romans over. In haar bekendste boek kroop ze in de huid van de moeder van een schoolschutter: ‘We Need to Talk About Kevin’ (2003). Haar stijl: warm, menselijk, met een flinke dosis venijn en humor. Wat ontbreekt is enige vorm van ontzag voor de gevestigde orde. Ze wordt door collega’s ook wel de activist onder de schrijvers genoemd.
Nu zou je denken dat ze Trump eens op de korrel had kunnen nemen. Maar dat vond ze vast iets te simpel en voorspelbaar. Nee, ze koos een andere route. In het dit voorjaar verschenen ‘Mania’, vertaald als ‘Waanzin’, schept ze een Verenigde Staten waar omstreeks 2011 onder grote delen van de bevolking het besef groeit dat het in de maatschappij oneerlijk is verdeeld. En dat wordt veroorzaakt doordat er een onderscheid wordt gemaakt tussen slimme mensen en mensen die dat niet zijn, die voor het gemak als ietwat – of regelrecht – dom worden beschouwd. Wanneer iedereen in geestelijk opzicht gelijk zou zijn, ontstaat een veel eerlijker maatschappij is de gedachte. De beweging die ‘Geestelijke Gelijkwaardigheid’ propageert groeit als kool. Ze maakt het leven van heel veel mensen immers prettiger.
Om iedereen gelijk te laten zijn, moet je een norm vaststellen. Het zou heel verheven zijn om iedereen ‘slim’ te laten zijn. Maar dat werkt niet, dat gaat velen niet lukken. Wanneer je de norm op ‘dom’ vastpint is dat probleem er niet. De slimmen zullen het weliswaar niet leuk vinden, maar zullen geen probleem hebben volgens het ‘domme’ niveau te leven. En om de zaak netjes te handhaven stel je inspecteurs aan en moedig je het verklikken van ongewenst gedrag aan. Een beetje zoals bij de voormalige Stasi.
Die strakke lijn wordt tot in het spraakgebruik doorgetrokken. Zo zijn alle woorden die gerelateerd kunnen worden aan een verschil in geestelijk vermogen in de nieuwe wereld streng verboden. Als het écht noodzakelijk is om bijvoorbeeld het woord ‘dom’ te gebruiken, fluister je met de hand voor de mond ‘het d-woord’. Veel mensen die in de fout gaan omdat ze de regels iets te laks hanteren – vooral de voormalige slimmerds – moeten op les om de duizenden ongewenste woorden en termen af te leren. Een voorbeeldje: wanneer mensen niet langer een ‘groot licht’ kunnen zijn, kunnen automobilisten die term vanzelfsprekend ook niet meer hanteren. Dat wordt dan ‘vérstraler’. Shriver moet zich kostelijk hebben vermaakt met het bedenken van de eindeloze rij voorbeelden.
Hoe moeilijk het leven wordt voor diegenen die de gelijkwaardigheidsbeweging afwijzen, merkt Shrivers hoofdpersoon, Pearson Converse. Zij is docent Engels aan een kleine Universiteit in Voltaire, Pennsylvania. Gefrustreerd door het gedrag van haar studenten, die de lessen saboteren omdat ze in de nieuwe maatschappij hun diploma toch wel krijgen, want examens bestaan om voor de hand liggende redenen niet meer, besluit ze een grapje uit te halen. Op de leeslijst zet ze een roman van Fjodor Dostojevski, ‘De idioot’. Dat had ze nooit moeten doen, vanaf dat moment bevindt haar leven zich in een neerwaartse spiraal. Haar beste vriendin daarentegen, die het motte ‘Go With the Flow’ hanteert, maakt als een goeroe van het nieuwe denken razendsnel carrière in de media, om te eindigen als anchor bij het eveneens gelijkgeschakelde CNN.
Shriver is een meester in het tot op het bot uitbenen van situaties en discussies. Ik ken ook weinig schrijvers die zo’n voorliefde hebben voor het inslaan van onverwachte paadjes. En ze kan het over onderwerpen hebben zonder die schijnbaar te noemen. Dat een samenleving waarin de Geestelijke Gelijkwaardigheid op het lage niveau de officiële koers is een president als Trump verdient zegt ze niet met zoveel woorden. Maar je begrijpt het wel. En dan, zo’n beetje tegen het eind van de roman, laat ze een van haar personages helemaal losgaan: “Ze weten net zo goed als wij wie de gedoodverfde winnaar zou zijn. De kleine woordenschat? De herhaling van steeds dezelfde termen? De incomplete zinnen? Hij kan elk denkbaar lowbrow-hokje afvinken. Hij is grof. Hij is bot. Hij is lomp. Hij heeft een opzichtige smaak. Hij is dik. Beter nog, hij heeft voortdurend zo’n luie, ploerterige uitdrukking op zijn gezicht, en hij leest nooit. […] maar zolang je opschept over hoe oninteressant je bent, kun je wegkomen met zoveel narcisme als je maar wilt.”
Dat moest er bij Shriver blijkbaar toch even uit.
Lionel Shriver / Waanzin / Vertaald uit het Engels ‘Mania’ door Marian van der Ster en Karina van Santen / 383 blz / Atlas Contact, 2024.