Leidschendam-Voorburg worstelt met ernstige problemen die voor veel overlast, irritatie en schade bij de inwoners zorgen. Daarom moeten de volgende vragen beantwoord worden:
1. met welke grote problemen worden de inwoners van de gemeente, steeds weer geconfronteerd?
2. waaraan wordt ons geld verspild?
Vóór dat er aan de oplossing van de problemen gewerkt kan worden moet de oorzaak duidelijk zijn. Twee bekende uitspraken zijn: ‘Je kunt een probleem niet oplossen met de denkwijze die het probleem heeft veroorzaakt.’ (mogelijk afkomstig van Einstein) en: ‘Er is geen neutraliteit meer in de wereld. Je moet óf deel uitmaken van de oplossing, óf je gaat deel uitmaken van het probleem.’ (toegeschreven aan Eldridge Cleaver).
In ieder geval gaat het steeds om bouwprojecten en de dubieuze relatie tussen het gemeentebestuur en projectontwikkelaars. Het patroon waarin het gemeentebestuur opereert, laat zien dat de regels van fatsoenlijke besluitvorming volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) worden genegeerd wanneer dat het college beter uitkomt. Dat gebeurt niet zomaar, dat is bewust zo geregeld.
Het is dus zaak dat patroon, het ontstaan van die regelingen, eens te volgen. Elk bestuursrechtelijk besluit wordt beheerst door de in de Awb genoemde formele algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Tenminste, zo zou dat moeten zijn. Deze zijn onder andere te vinden in de artikelen 3.2 t/m 3.4 van de wet. Eén formeel beginsel betreft bijvoorbeeld de zorgvuldige voorbereiding van een besluit door de gemeente. Verder zijn er de materiële beginselen van behoorlijk bestuur, gedragsregels, waarvan de naleving ook door de rechter getoetst kan worden; het gaat om algemene rechtsbeginselen.
Tenminste één wethouder is van deze beginselen en de juiste wijze waarop deze dienen te worden toegepast op de hoogte, als die niet toevallig uit haar actieve geheugen zijn weggegleden. Maar ach, zo denkt men in het college van B&W, de wet leggen we gewoon naast ons neer als ons dat uitkomt.
Daarnaast is het verspreiden van onwaarheden al jaren een door het college gebruikt middel om de inwoners zand in de ogen te strooien. Weet u nog, de gespeelde onschuld bij de ‘onverwachte’ extreme toename van het verkeer bij de Mall en de verkeerschaos die daardoor regelmatig ontstaat? Dat dat zou gebeuren wist men. Sterker nog, die verkeerstoename was bedoeld! Immers, zou URW, de eigenaar van de Mall, de investering gedaan hebben als er evenveel publiek verwacht werd als bij Leidschenhage? Nooit! En zo kunnen we doorgaan met het gerommel rond Vlietland en nu de beoogde jongerenflat en Wibaut /1828Groep.
In ‘Het Krantje’ van 28 augustus stond een stappenplan voor de aanvraag van een omgevingsvergunning. Een belangrijke, in de gemeente Leidschendam-Voorburg dé belangrijkste stap, werd weggelaten. Dat moet opzettelijk gedaan zijn want dat is de zogenaamde anterieure overeenkomst. Daarin worden de voorwaarden en verplichtingen tussen de gemeente en de projectontwikkelaar vastgelegd met betrekking tot de ontwikkeling.
Graag vergeet men dat de algemene regels van het contractenrecht dan ook van toepassing zijn. En dáár wringt de schoen. Bij de totstandkoming van elke (!) overeenkomst speelt het vertrouwensbeginsel een rol. Welke betekenis mag men redelijkerwijs (!) geven aan wat er in de overeenkomst staat. Belangrijk daarbij is de goede trouw: ‘Goede trouw … vereist voor enig rechtsgevolg, ontbreekt niet alleen, indien hij de feiten of het recht, waarop zijn goede trouw betrekking moet hebben, kende, maar ook indien hij ze in de gegeven omstandigheden behoorde te kennen.
Onmogelijkheid van onderzoek belet niet dat degene die goede reden tot twijfel had, aangemerkt wordt als iemand die de feiten of het recht behoorde te kennen’ (art.3:11 Burgerlijk Wetboek). Een projectontwikkelaar heeft vaker met het bijltje gehakt, dus ook bij een onbenullig gemeentebestuur wéét of behoort hij te weten welke procedures er van toepassing zijn. Dreigen met schadeclaims maakt alleen indruk op een onbenullig gemeentebestuur, óf helpt een gemeentebestuur, dat alles vooraf in het voordeel van de projectontwikkelaar wílde regelen. De gemeenteraad weet toch van niets. Onbenul en/of opzet: daar is geen excuus voor.
Hoe is het bestuur zó verworden?
Dat kan omdat de democratie overleden is. Of eigenlijk geëlimineerd is. Immers, de gemeenteraadsleden worden door de inwoners gekozen. Het zijn volksvertegenwoordigers die moeten controleren of het college van burgemeester en wethouders het beleid goed uitvoert. Er is een duidelijke rolverdeling tussen de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders. De raad heeft het recht om onderzoek te doen naar het bestuur van het college van burgemeester en wethouders. Deze verdeling staat in de Wet dualisering gemeentebestuur.Zo zou het moeten. Maar zij zijn geen volksvertegenwoordigers, maar partijvertegenwoordigers. Partijbelang boven inwonersbelangen.
En de raad in Leidschendam-Voorburg weet zelfs niet wat democratie ís! In hun reactie op de advertentie van de Actiegroep Vlietweg 3, definieerden de fractievoorzitters die onder andere door: ‘In Leidschendam-Voorburg kennen we een levendige democratie. Tal van verenigingen, maatschappelijke organisaties en bewonersinitiatieven maken onze samenleving. Sommige richten zich op de organisatie van activiteiten in de wijk, andere richten zich op de beïnvloeding van het politieke debat. Al die vormen koesteren we. Al die vormen zijn een voorwaarde voor de levendige democratie die Leidschendam-Voorburg kenmerkt.’ Wel raadsleden, die komen ook voor in landen die gebukt gaan onder een agressieve dictatuur. En ook daar heeft ‘de partij’ het voor het zeggen…
Als de fractievoorzitters het over integriteit hebben, wordt het écht heel schrijnend. De raadsleden hebben al aangegeven onvoldoende kennis te hebben om de stukken van het college te beoordelen. Dan is er dus geen sprake van integriteit als zij niet opstappen. Dan gaat het om eigenbelang. Wellicht daarom dat zij óf geen vragen stellen of zich klakkeloos achter de besluiten van het college scharen. Integriteit? Nee, partijbelangen boven inwonersbelangen. De raadsleden moeten eens goed kijken wat hun taken eigenlijk zijn.
De naadloos bij de verklaring van de raad aansluitende reactie van het college B en W, geeft aan dat er geen sprake is van dualisering bij het gemeentebestuur. En ook dáár ontbreekt het volledig aan integriteit. Geen moment reflecteert men op het eigen gedrag en de redenen voor de golf van afkeur daarvan bij de inwoners. Twee begrippen moeten de politici dus eindelijk opzoeken: integriteit en democratie. De burgemeester moet ook eens het boekje ‘Waarden van het Nederlands burgemeestersambt’ lezen.
Conclusie:
Steeds als het in de gemeente bouwprojecten betreft, richten zowel het college van B&W als de raad zich op de belangen van de respectievelijke projectontwikkelaars. De door de inwoners gekozen raadsleden volgen B&W slaafs en voeren hun in de Gemeentewet opgelegde taken niet uit.
De hierboven gestelde vragen zijn nu eenvoudig te beantwoorden:
1. De grootste problemen zijn het college van B&W en de gemeenteraad. Immers door het ontbreken van integriteit en/of de noodzakelijke kennis veroorzaken zij de overlast, irritatie en schade;
2. Ons geld wordt verspild aan pogingen om de gevolgen van alle fouten van het bestuur te camoufleren, aan juridische bijstand, rechtszaken en bovenal aan het inkomen en de vergoedingen van B en W en de raadsleden.
Advies:
Laat van u horen bij uw politieke partij en maak duidelijk dat u het falen van ‘uw’ raadslid niet accepteert. Wachten tot de verkiezingen in 2026 duurt te lang.
(Carlo Wagenmans)