Hondenbezitters moeten bij het uitlaten van hun geliefde viervoeter een ‘geschikt hulpmiddel’ bij zich hebben om de poep van het dier op te ruimen. Dat blijkt uit een bericht van burgemeester Martijn Vroom betreffende wijzigingen in de Algemene plaatselijke verordening (APV). Eerder dit jaar schafte de gemeente de voorziening van hondenpoepzakjes in de openbare ruimte af.
‘Hondenpoepzakjes (gewijzigd artikel 2:58 Apv) Naast de opruimplicht voor hondenpoep wordt aan artikel 2:58 Apv een nieuw lid toegevoegd waarmee het verplicht wordt om een geschikt hulpmiddel bij je te hebben bij het uitlaten van de hond. Dit in navolging van veel andere gemeenten. Overlast van hondenpoep is, ondanks de al geldende opruimplicht, een probleem. Het verplicht bij je hebben van een geschikt hulpmiddel draagt bij aan het nakomen van de opruimplicht. Als het opruimmiddel voorradig is, zal het eerder worden gebruikt. Met het opnemen van deze verplichting kan de naleving van de opruimplicht beter worden gecontroleerd’, aldus Vroom.
In de APV komt ook een bepaling dat slijtersbedrijven proeverijen kunnen organiseren. ‘Proeverijen in slijtersbedrijven (nieuw artikel 2:34d) Het is verboden voor slijters om in hun slijterij een proeverij te organiseren. Op grond van de Alcoholwet kan bij verordening (APV) vrijstelling van dit verbod worden verleend, zodat betaalde proeverijen in slijtersbedrijven zijn toegestaan. Het nieuwe artikel, uit de model-APV van de VNG (Vereniging Nederlandse gemeenten, red.), voorziet in zo’n vrijstelling. Voorgesteld wordt om deze bepaling over te nemen en daarmee proeverijen in slijtersbedrijven toe te staan. Op grond van het Alcoholbesluit gelden voorwaarden voor deze proeverijen, bijvoorbeeld maximaal 1 proeverij per dag en maximaal 3 per week. De slijtersbedrijven moeten zich daar aan houden’.
Een andere wijziging betret waterrecreatie in de Nieuwe Driemanspolder tussen Wilsveen, Zoetermeer en Den Haag. In de APV komt een nieuw artikel 5:31b. ‘Op de plassen in het natuur- en recreatiegebied Nieuwe Driemanspolder vindt waterrecreatie plaats door onder andere kanoërs en surfers. Op de plas die ligt binnen de gemeente Leidschendam-Voorburg is dat niet overal wenselijk met het oog op de natuur en de dieren. Om die reden wordt voorgesteld om een nieuw artikel aan de APV toe te voegen, waarin het college de bevoegdheid krijgt om (delen van) openbaar water aan te wijzen waar (niet) gemotoriseerde vaartuigen niet zijn toegestaan. Onder niet-gemotoriseerde vaartuigen worden onder meer verstaan: surfers, kanoërs, suppers, roeiboten, waterfietsen. De APV biedt hiermee een grondslag voor het nemen van een aanwijzingsbesluit door het college. Dit aanwijzingsbesluit zal na vaststelling en inwerkingtreding van de geactualiseerde APV worden genomen voor een groot gedeelte van de plas in de Nieuwe Driemanspolder’.