De Omgevingsdienst Haaglanden (ODH) gaat geen maatregelen nemen tegen ontwikkelaar DLR naar aanleiding van recente graafwerkzaamheden in natuur- en recreatiegebied Vlietland. Een zogenoemd ‘handhavingsverzoek’ van de Vrienden van Vlietland is afgewezen. Die beraden zich nu op al dan niet juridische ‘vervolgstappen’.

Volgens de Vrienden had DLR geen vergunning voor het graven van een spartelvijver op Vlietland. Dat gebeurde op een plek waar allerlei beschermde diersoorten werden geconstateerd, zoals de boommarter. Eerder weigerde ODH een vergunning voor werkzaamheden op andere plekken, juist vanwege de aanwezigheid van de boommarter. Tegen die weigering ging DLR in beroep. Daarop is nog geen beslissing bekend.

Vrienden van Vlietland stelt dat ODH nu het standpunt van DLR dat de werkzaamheden niet schadelijk zijn voor het leefgebied van de boommarter, gewoon overgenomen. In een verklaring stelt de organisatie:

‘Dat oordeel is echter niet aan DLR, zo vinden de Vrienden. Die moeten zich gewoon aan de spelregels houden. Als je met een geweigerde vergunning, tijdens een lopende bezwaarprocedure, tóch aan het werk gaat in het gebied, lap je die regels aan je laars, zo vinden wij’.

‘En door de projectontwikkelaar toe te staan de complete plannen op te knippen in deelprojecten, wordt de stikstofwet (maatregelen nodig om stikstofneerslag in natuurgebieden te voorkomen, red.) een dode letter. Men negeert daarmee het doel van de wet, want de projectontwikkelaar weet nú al dat er véél meer stikstof geproduceerd gaat worden.’

‘De Vrienden vinden dat er teveel op het spel staat om genoegen te nemen met deze softe aanpak: juist door dit soort halfhartige wets’handhaving’ holt de natuur achteruit en kunnen de echt noodzakelijke bouwprojecten voor de vele woningzoekenden geen doorgang vinden’.