Bouwprojecten en gebiedsontwikkelingen moeten niet onderworpen worden aan een toets wat voor effect het project op de leefbaarheid heeft; een zogenoemde LeefbaarheidsEffectRapportage (LER). Een door de Burgerkrachtcentrale (BKC) in 2022 ingediend burgerinitiatief moet niet worden overgenomen. BKC moet wel bedankt worden voor het initiatief.

Dat staat in een door de griffie (secretariaat van de gemeenteraad) in opdracht van de gemeenteraad opgestelde brief. Het stuk zal vanavond in de gemeenteraad als hamerstuk worden afgedaan.

Doel van de LER is om alle effecten van bouw- en gebiedsontwikkeling voor de leefbaarheid in de omgeving voor alle partijen in beeld te brengen. De LER is een online instrument. Daarbij wordt gebruik gemaakt van in totaal zo’n 75 indicatoren.

B&W hebben de gemeenteraad geadviseerd om het burgerinitiatief niet te volgen. Het verplicht opnemen van de LER als onderdeel van de besluitvorming over ruimtelijke projecten stuit op teveel bezwaren.

Landelijk is de ervaring met het toepassen van de LER nog erg beperkt, aldus B&W. Daarnaast is deze vorm van de LER een commercieel product, dat intellectueel eigendom is van een onderneming en dus alleen tegen betaling kan worden toegepast voor projecten. De voor de toepassing van de LER benodigde data zijn nog niet voorhanden.

De LER is vooral geschikt voor bouwplannen en het inzichtelijk maken van leefbaarheidseffecten daarvan op een fors schaalniveau (wijkniveau). Voor de maat en schaal van het merendeel van de ruimtelijke ingrepen die nu in Leidschendam-Voorburg zijn voorzien is een LER niet of minder geschikt. De verplichte toepassing van de LER zal de druk op de (woning)bouwproductie verhogen. Door extra toetsingskaders worden procedures langer en kosten hoger.