B&W moeten bij plannen voor de bouw van sociale- en middendure huur- en koopwoningen gemiddelde oppervlakten gaan hanteren: 45 vierkante meter voor sociale woningen; 55 voor middeldure. Dat heeft de gemeenteraad bepaald door het aannemen van een voorstel van GBLV-raadslid Koos van Wissen. Tegen waren CDA, GroenLinks, PvdA en SP.
B&W wilden minimale oppervlakten gaan hanteren: 40 vierkante meter voor sociale woningen; 50 voor middeldure. Die waren tot nu toe 50 respectievelijk 75 vierkante meter. Volgens B&W was er vraag naar kleinere woningen nu er steeds meer éénpersoons huishoudens zijn. Bovendien maakten de oude maten de woningen te duur.
Door gemiddelde maten te hanteren wordt volgens Van Wissen beoogd te garanderen dat er voldoende differentiatie per bouwplan wordt gerealiseerd, met meer passende woningen. ‘Woningen met de genoemde gemiddelde oppervlaktes bieden meer keuzemogelijkheden voor de diverse doelgroepen en sluiten goed aan bij de huidige regelgeving en samenstelling van de bevolking. Mede hierdoor kan aan nieuwe bewoners een (meer) passende/geschikte woning geboden worden. Bewoners met een passende woning zullen eerder een bijdrage leveren aan de sociale cohesie en leefbaarheid binnen een woningbouwcomplex’, zo stelt hij.




