Sociale woningen (huur tot 900 euro) moeten in de gemeente tot nu toe een minimale oppervlakte hebben van 50 vierkante meter. B&W hebben de gemeenteraad eerder dit jaar voorgesteld daar 40 vierkante meter van te maken. Dit vanwege stijgende bouwkosten: voor 50 vierkante meter was geen sociale woning meer te realiseren. Op 8 juli besloot de gemeenteraad dat de minimale maat 45 vierkante meter moest worden. Dit als ‘gemiddelde’. Met andere woorden: in een bouwproject konden zowel kleinere als grotere sociale woningen komen. B&W gingen daarmee akkoord. Op 24 juli gaf men schriftelijk aan het eigen voorstel op te schorten ten faveure van de wens van de gemeenteraad. Een week later kwam er echter een mail naar de gemeenteraad dat B&W het eigen voorstel toch doorzetten. Dat was ‘juridisch’ noodzakelijk om de wens van de gemeenteraad te kunnen realiseren. Om dat laatste voor elkaar te krijgen kwam er een nieuw voorstel waarover de gemeenteraad dan op 23 september opnieuw moest oordelen. En wat gebeurde er op 7 augustus? B&W publiceerden een officiële bekendmaking waarin stond dat vanaf 8 augustus de gemiddelde oppervlakte voor een sociale woning van 45 vierkante meter gold.