B&W voorzien op zestien plaatsen in de gemeente woningbouw van meer dan 50 woningen in de periode tot 2050. Het gaat om plekken waar op dit moment nog geen vergevorderde, uitgewerkte bouwplannen voor zijn, aldus B&W.
De 16 zijn: Diaconessenhuis Fonteynenburghlaan Voorburg; Stationsomgeving Voorburg; omgeving winkelcentrum Julianabaan Voorburg; Stationsomgeving Laan van NOI Voorburg; Stationsomgeving Voorburg ’t Loo; Stationsomgeving Mariahoeve; Stationsomgeving Leidschendam-Voorburg; Fluitpolderplein Leidschendam; Bovenveen Voorburg; Duivenvoorde Leidschendam; De Mall; Overgoo Leidschendam; Klein Plaspoelpolder Leidschendam; Omgeving Leidschendam Centrum; Veurse Achterweg Leidschendam; kern Stompwijk.
Zoals eerder bekend is gemaakt willen B&W het aantal woningen tussen nu en 2050 met circa 6000 uitbreiden.
‘Niet alle locaties zullen op korte termijn ontwikkeld worden en bij sommige is nog onzeker of verdichting inderdaad gewenst is. Bij De Mall kan verdichting bijvoorbeeld alleen plaatsvinden als de bereikbaarheid verbetert en bij station Leidschendam-Voorburg kan alleen verdichting overwogen worden als de grondwater- en funderingproblematiek te groot blijkt voor de Zeeheldenwijk’, geven B&W aan.
‘Een groot deel van de ontwikkellocaties betreft de (stations)omgeving. Hier koersen we op het realiseren van een compacte, stedelijke woon-werkomgeving. Dit betekent ruimte aan verdichting en hogere bebouwing. Dit op een wijze waarbij we met maatwerk verantwoord aansluiten op de directe omgeving. Door de locatiekeuze van woningen en voorzieningen rond deze openbaar vervoer knooppunten geven de locaties per definitie al uiting aan onze ambities voor zowel nabijheid als een duurzame mobiliteit volgens het STOMP principe (lopen, fietsen, openbaar vervoer, deelmobiliteit, eigen auto). We hebben hier een uitgelezen kans om dit principe optimaal te benutten. Dit doen we door op deze locaties te werken met lagere parkeernormen en deelmobiliteitsvoorzieningen voor het voor- en natransport. We streven op deze locaties naar substantieel meer ruimte voor bedrijvigheid en voorzieningen’.
‘Naast de knooppunten voorzien we ook ontwikkellocaties te midden van de woonomgeving. Hier stemmen we de mate van intensivering, verdichting en hogere bebouwing af op maat en schaal van de directe omgeving. Dit laat niet onverlet dat we ook op deze locaties nieuwe woon, werk- en leefomgevingen nastreven. Ook hier werken we dus toe naar een woonomgeving, gemengd met bedrijven en voorzieningen. Opgezet rond ontmoetingsplekken met een klimaatbestendige en natuurinclusieve inrichting. Goede fietsverbindingen zijn voorwaardelijk. Op locaties die verder van de knooppunten liggen blijven we ruimte bieden aan de auto en werken we niet met lagere parkeernormen. Hier geven we extra ruimte aan schoon deelvervoer en slimme laadpalen zodat het autogebruik zo duurzaam mogelijk is. Voor alle grote ontwikkellocaties is natuurinclusief bouwen en de 3‑30‑300-richtlijn (3 bomen zichtbaar, 30 procent schaduwwerking door bomen, op 300 meter park) het uitgangspunt’.
Voor een deel van de genoemde 16 locaties zijn er overigens al wel vergevorderde bouwplannen. Het betreft onder andere het Diaconessenhuis, en Overgoo.
