Nieuws
Vlietland: waarschuwing aan ontwikkelaar

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland (GS) hebben ontwikkelaar DLR een waarschuwing gegeven. Indien de ontwikkelaar doorgaat met werkzaamheden die verband houden met de voorgenomen bouw van 222 recreatiewoningen in natuur- en recreatiegebied Vlietland, zal handhavend worden opgetreden middels op opleggen van een dwangsom of bestuursdwang (herstel op kosten overtreder).

GS stellen dat aanpassingen van parkeervoorzieningen en een omlegging van de Rietpolderweg ten onrechte niet zijn meegenomen in een rapport over de stikstofuitstoot van de werkzaamheden. Daardoor kan niet uitgesloten worden dat de werken een ‘Natura 2000-activiteit’ zijn. En dat het realiseren van het project strijdig is met de Omgevingswet.

Natura 2000 zijn beschermde natuurgebieden. De stikstofuitstoot mag daar niet toenemen; ook niet door de uitstoot van stikstof door (bouw)projecten in de omgeving.

De Vrienden van Vlietland hadden een verzoek tot handhaving ingediend inzake werkzaamheden die DLR liet uitvoeren. Dat werd in eerste instantie afgewezen. De Vrienden tekenden daartegen bezwaar aan.

Bij de werkzaamheden ging het met name om het oprichten van zicht- en geluidwerende schermen, het realiseren van een grondwal, het aanpassen van parkeervoorzieningen en het omleggen van de Rietpolderweg.

DLR heeft GS stukken ter zake geleverd. Op basis daarvan stellen GS: ‘Naar aanleiding van uw antwoorden zijn wij tot de conclusie gekomen dat momenteel niet uitgesloten is dat het beoogde project Vlietland een Natura 2000-activiteit betreft. Daarom waarschuwen wij u dat de werkzaamheden niet voortgezet mogen worden, dan nadat uitgesloten is dat het project een Natura 2000-activiteit betreft, dan wel nadat een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit is verleend’.

DLR heeft eerder een stikstofberekening aan de Omgevingsdienst Haaglanden (ODH) voorgelegd. Die werd eind 2024 akkoord bevonden. Er was geen omgevingsvergunning nodig voor een Natura 2000-activiteit voor het project betreffende het binnen 5,5 jaar realiseren van 222 recreatiewoningen, het opnieuw inrichten van het gebied, land en water toevoegen en het bouwen van een horecagelegenheid.

Daarbij gaf ODH wel aan dat indien de activiteit afwijkt van wat is beschreven in de aangeleverde onderzoeksgegevens, mogelijk een herbeoordeling noodzakelijk is. De Vrienden van Vlietland voert in bezwaar aan dat het oprichten van zicht- en geluidwerende schermen, het realiseren van een grondwal, het aanpassen van parkeervoorzieningen en het omleggen van de Rietpolderweg, ten onrechte niet in deze beoordeling betrokken waren.

Inzake de zicht- en geluidwerende voorzieningen concluderen GS dat die geen onderdeel van het door u beoogde project Vlietland. Over de aanleg van de grondwal wordt opgemerkt dat DLR weliswaar stelt ‘vooralsnog’niet voornemens te zijn die te realiseren doch dat er vergunningen voor zijn van de gemeente Leidschendam-Voorburg en het Hoogheemraadschap Rijnland. Bovendien stelt DLR niet dat de grondwal geen onderdeel is van het project realisatie 222 recreatiewoningen.

‘Indien u bij het standpunt blijft dat de aanleg van de grondwal geen onderdeel uitmaakt van het beoogde project Vlietland, dan waarschuwen wij u aanvullend wel dat rekening gehouden dient te worden met het realiseren van eilanden in de waterpartijen en afgravingen elders op het terrein. Indien grond van deze graafwerkzaamheden voorzien was voor de grondwal, dan dient in de beoordeling van het beoogde project Vlietland rekening gehouden te worden met het feit dat grond naar elders afgevoerd moet worden of van andere locaties juist aangevoerd moet worden’.

Over de parkeervoorzieningen schrijven GS: ‘Wij stellen vast dat ten behoeve van het beoogde project Vlietland verschillende parkeervoorzieningen aangepast moeten worden, om zo ruimte te creëren voor de ontwikkeling van de beoogde recreatiewoningen en voor het kunnen parkeren van auto’s van bezoekers en bewoners van de recreatiewoningen. Bij het aanpassen van deze parkeervoorzieningen kunnen stikstofemissies optreden. Zonder de aanpassingen van de parkeervoorzieningen kan het project niet uitgevoerd worden zoals dat nu is beoogd. Tevens zouden deze aanpassingen niet op deze wijze plaatsvinden als het project Vlietland niet gerealiseerd zou worden. Derhalve constateren wij dat de aanpassingen van de parkeervoorzieningen onlosmakelijk onderdeel uitmaken van het beoogde project Vlietland en ten onrechte niet voorgelegd zijn in het verzoek om een beoordeling door Omgevingsdienst Haaglanden’.

En wat de beoogde omlegging van de Rietpolderweg betreft: ‘Bij de omlegging kunnen stikstofemissies gepaard gaan in de aanlegfase en kunnen stikstofemissies optreden in de gebruiksfase als gevolg van verkeersbewegingen. Wij hebben vernomen dat de omlegging van de Rietpolderweg niet zou plaatsvinden indien het project Vlietland niet zou doorgaan. Daarbij kan gewezen worden op de brief van DLR van 23 januari 2024, waarin de provincie door DLR in gebreke wordt gesteld, aangezien DLR gehinderd wordt bij uitvoeringswerkzaamheden omdat de provincie de Rietpolderweg nog niet omgelegd was. Hieruit blijkt duidelijk dat DLR de onlosmakelijkheid van de omlegging van de Rietpolderweg met de realisatie van de recreatiewoningen erkent, dit is namelijk noodzakelijk en voorwaardelijk voor de verdere werkzaamheden ten behoeve van de recreatiewoningen. Ook kan het project Vlietland – op de wijze zoals dat nu beoogd is en zoals dit ter beoordeling aan Omgevingsdienst Haaglanden is voorgelegd – niet uitgevoerd worden zonder aanpassing en omlegging van de Rietpolderweg’.

‘De samenhang tussen de infra-aanpassingen en het realiseren van de recreatiewoningen blijkt aanvullend uit artikel 17.5 van de Erfpachtovereenkomst van 16 december 2019, gesloten tussen de provincie en Recreatiecentrum Vlietland, met welke laatste partij Dutch Lake Residence ten behoeve van het beoogde project weer een ondererfpachtovereenkomst gesloten heeft. U stelt dat de wegomlegging en aanpassing van parkeervoorzieningen infrastructurele ingrepen betreffen, welke naar aard, functie en uitvoering, ondubbelzinnig te onderscheiden vallen van het oprichten en exploiteren van de beoogde recreatiewoningen. U geeft aan dat verschillende activiteiten slechts als één project in de zin van de Vogel- en Habitatrichtlijn kunnen worden gekwalificeerd. Zoals hiervoor reeds door ons is aangegeven, dient voor de vraag of een beoogd project definieert als Natura 2000-activiteit, alle aspecten van het project, die op zichzelf of in combinatie met andere projecten die de instandhoudingsdoelstellingen in gevaar kunnen brengen, te worden beschouwd. De aanpassingen vinden plaats binnen het projectgebied Vlietland en zonder deze aanpassingen kan het project niet op de beoogde wijze worden uitgevoerd. Indien u van mening bent dat het beoogde project Vlietland ook gerealiseerd kan worden zonder de voorziene aanpassingen, dan is het aan Dutch Lake Residence om ons terstond een toetsing aan te leveren waaruit blijkt op welke wijze dit mogelijk is en waarbij nadelige gevolgen voor instandhoudingsdoelstellingen op voorhand uitgesloten kunnen worden’.

‘Het opknippen van een project is dan ook in strijd met artikel 6, derde lid, van de Habitatrichtlijn. Voor wat betreft het feit dat zowel Dutch Lake Residence als de provincie ieder afzonderlijk de onderscheidene activiteiten zal uitvoeren en derhalve zelf benodigde omgevingsvergunningen dient aan te vragen, maakt dit nog niet dat daardoor geen sprake kan zijn van één project. Daarvoor wordt verwezen naar de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 24 augustus 2011’.

De waarschuwing is mede ondertekend door de juridische afdeling van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid. Overigens blijkt uit het stuk ook dat de provincie geen postadres van DLR heeft. Stukken komen retour. GS roepen DLR op een juist postadres te verstrekken. De nu opgestelde brief is per mail naar de ontwikkelaar gegaan. (illustratieve foto)

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter

Social Media Auto Publish Powered By : XYZScripts.com