Fatbikers vormen een steeds groter probleem. Berijders, meestal tieners, die overal schijt aan hebben en met hoge snelheid over stoepen en door voetgangersgebieden raggen. Op hun gedrag aangesproken volgen een ironische glimlach, scheldwoorden en bedreigingen.
B&W lieten onlangs via Vlietnieuws het volgende weten: ‘Het probleem rondom fatbikes heeft de volle aandacht. Veel gemeentes willen maatregelen doorvoeren (zoals fatbikes weren van fietspaden) maar lopen tegen de beperking aan van de wettelijke mogelijkheden. We blijven de ontwikkelingen volgen. Eerder heeft de gemeente Leidschendam-Voorburg, via scholen, ouders een brief gestuurd waarin we ouders hebben gewezen op de veiligheidsrisico’s van een fatbike en het praten met kinderen over fietsgedrag en kwetsbaarheid op de weg. Op dit moment heeft de politie Leidschendam-Voorburg extra focus op het gebruik fatbikes in het verkeer en in het najaar komt er in een grote regionale fatbike controle. Tussentijds blijft de politie in de gemeente controleren’.
Klinkt allemaal heel stoer en kordaat. Nu speelt het probleem breder dan Leidschendam-Voorburg. Zo ook in buurgemeente Zoetermeer. Daar hebben B&W op verzoek van de gemeenteraad een memo geschreven over de aanpak van de fatbikers. Het stuk geeft een ontluisterend beeld over de gemeentelijke machteloosheid bij het tackelen van het probleem.
Uitgangspunt voor de lokale handhavers (Boa’s) is aanspreken, waarschuwen, bekeuren.
Bekeuren van jongeren onder 12 jaar kan volgens de wet niet. Ouders of verzorgers moeten worden aangesproken; dat is het maximale. Kinderen tussen 12 en 16 jaar kunnen wel beboet worden. De hoogte van de boete is echter de helft van een ‘normale’ boete. En de ouders/verzorgers zijn verantwoordelijk voor de betaling.
De Boa’s houden wel periodiek controles bij scholen. En er wordt een communicatiecampagne opgezet.
De Boa’s hebben echter meer te doen. Als de fatbikers moeten worden aangepakt, moeten zij andere taken laten liggen. Met alle gevolgen van dien. Om dat te voorkomen zou het aantal boa’s uitgebreid moeten worden. Dat kost geld en dat is niet voorzien in de gemeentelijke begroting.
Indien er meer geld uitgetrokken moet worden, moet de gemeenteraad daartoe besluiten. Eén boa kost op jaarbasis 83.000 euro. Maar omdat boa’s altijd met z’n tweeën optreden, is de eigenlijke rekening 166.000 euro.
Kortom: er kan eigenlijk niets. Hoe Boa’s kunnen registreren dat ze dezelfde fatbiker voor zich hebben als die ze eerder aanspraken en waarschuwden, is een raadsel. Boetes kunnen niet of stellen niets voor. Voor effectief ingrijpen is er geen menskracht en geen geld. En campagnes die gedrag moeten beïnvloeden hebben pas na een jaar of twee effect, zo staat in het memo.
Er wordt dus volstaan met lapmiddelen: (toch) bewustwordings campagnes, met scholen werken aan verkeersveiligheid/verantwoordelijkheid/bewust rijgedrag, extra borden in voetgangersgebieden, in voetgangersgebieden fietsen beperken tot tijden wanneer winkels niet open zijn, het schrijven van een actieplan.
Aan het probleem wordt zo feitelijk niets gedaan. En dan te bedenken dat de fatbike steeds populairder wordt. En ze ook nog makkelijk op te voeren zijn. Welke instantie heeft die dingen eigenlijk toegelaten tot de Nederlandse markt, en wegen? (foto ANWB)




