Wethouder Bianca Bremer (GBLV) wil zich niet mengen in de strijd tussen de provincie en ontwikkelaar DLR over de voortgang met het plan voor de bouw van 222 recreatiewoningen in natuur- en recreatiegebied Vlietland. Dat blijkt uit antwoorden van haar op vragen van PvdA, GroenLinks en ChristenUnie. Onlangs verbood de provincie DLR verder te gaan zo lang niet alle berekeningen inzake stikstofuitstoot in de natuur voor handen zijn. Dit op advies van de Omgevingsdienst Haaglanden (ODH).
‘Het college heeft kennis genomen van het standpunt van ODH. Het is de verantwoordelijkheid van de projectontwikkelaar om te zorgen dat de werkzaamheden voldoen aan de geldende wet- en regelgeving, waaronder de regels omtrent de toegestane stikstofdepositie. Het college heeft geen aanwijzingen dat DLR zich niet aan deze regels houdt. Op het moment dat de werkzaamheden zijn uitgevoerd, was dat in overeenstemming met de wettelijke voorschriften voor wat betreft stikstofdepositie, waarvoor de ODH bevoegd gezag is en waarop de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ) het toezicht uitvoert voor de ODH die onder mandaat van de provincie in deze optreedt’, aldus Bremer.
‘Dat er nieuwe stikstofberekeningen moeten worden aangeleverd door DLR. Op 7 oktober 2025 is een nieuwe versie van de berekeningstool AERIUS vrijgegeven. DLR zal deze actuele versie gebruiken voor de nieuwe stikstofberekening zodat alle laatste inzichten en ontwikkelingen in de berekening worden meegenomen. Deze berekening zal door DLR worden gedeeld met OZHZ die de berekening zal controleren. Daarnaast zal het college deze berekening voor het bestemmingsplan laten beoordelen door de ODH’.
‘Zodra het college de laatste, geactualiseerde, stukken krijgt aangeleverd vanuit DLR, zal zij deze na beoordeling door de benodigde deskundigen en behandeling in het college voorleggen aan de raad ter besluitvorming. Vanuit de projectontwikkelaar is het signaal ontvangen dat dat nog dit jaar zal zijn. Of dit op tijd is voor behandeling van het ontwerp-bestemmingsplan in deze raad (dus voor de gemeenteraadsverkiezing 2026) is niet duidelijk. Dit is immers ook aan de raad zelf die de eigen agenda bepaalt’.
‘Het college heeft tijdens een gesprek vernomen dat DLR op dit moment twee parallelle paden bewandelt. Het afronden van de werkzaamheden aan het ontwerpbestemmingsplan inclusief actualisering van enkele rapporten, waaronder de stikstofberekening; Het uitvoeren van voorbereidende werkzaamheden om zo snel mogelijk te kunnen starten met de bouw van recreatiewoningen onder het bestaande bestemmingsplan. Hierbij wordt gekeken naar de werkzaamheden die onder zowel het bestaande bestemmingsplan mogen worden uitgevoerd als passen in het ontwerp bestemmingsplan. Nadat de overlap gebouwd is, kan, afhankelijk van de uitkomsten van besluitvorming in de raad, verder gegaan worden met de realisering van het bestaande plan (de recreatie-appartementen) of de realisering van de overige grondgebonden woningen’.
‘Ongeacht welk bestemmingsplan gerealiseerd gaat worden zal DLR moeten voldoen aan verschillende vergunningen en regels waaronder al de genoemde regels rondom de stikstofdepositie, maar ook de vergunning flora & fauna. Dit zijn vergunningen die namens Gedeputeerde Staten door de ODH moeten worden afgegeven, de gemeente speelt geen rol in die vergunningstrajecten’.
Op de vraag of niet weer gekeken moet worden naar het alternatieve bouwplan van ChristenUnie (de 222 woningen in Stompwijk bouwen, red.) schrijft Bremer: ‘Dit is een theoretische discussie aangezien zowel de erfpachthouder (RCV) als de ondererfpachthouder (DLR) duidelijk hebben aangegeven geen alternatieve locatie te overwegen en GS (als erfpachtgever én bevoegd gezag) kenbaar hebben gemaakt daar ook geen nader onderzoek naar te zullen doen. Op basis van de erfpachtovereenkomst tussen de provincie en RCV/ DLR hebben RCV en DLR het recht om de plannen te realiseren. Zij kunnen niet gedwongen worden bestaande rechten op te geven. Het college erkent dit recht en zal daar ook naar handelen’.




