Het bureau Haskoning heeft op 26 september een advies uitgebracht aan ontwikkelaar DLR waarin werd aangegeven dat het vergunningvrij bouwen van recreatiewoningen in natuur- en recreatiegebied Vlietland, mogelijk was. DLR had zelf om het advies gevraagd. De tekst luidt:

‘Voor het project Vlietland van Dutch Lake Residence (DLR) is een juridische analyse uitgevoerd ten aanzien van de planologische en juridische realisatie van het voorgenomen recreatiepark aan de noordzijde van Vlietland. In deze memo wordt toegelicht in hoeverre de bouw van recreatiewoningen vergunningvrij kan plaatsvinden binnen het geldende juridische kader.

Sinds de inwerkingtreding van de Omgevingswet geldt het bestemmingsplan Vlietland Noordoost 2005 van rechtswege als onderdeel van het tijdelijk omgevingsplan. Dit plan wordt aangevuld met de gemeentelijke Beheersverordening Vlietland 2017 en de regels uit de bruidsschat. Daarnaast is het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) van toepassing op de technische bouwactiviteit.

Onder de Omgevingswet is sprake van een bouwknip waardoor zowel voor de technische als de ruimtelijke bouwactiviteit sprake kan zijn van een vergunningplicht. Daarvoor geldt het volgende.

Technische bouwactiviteit

Voor een niet in een logiesgebouw gelegen grondgebonden logiesfunctie geldt dat deze onder gevolgklasse 1 van de Wet kwaliteitsborging vallen in de zin van artikel 2.17, tweede lid, onder b en derde lid, onder c van het Bbl. Op grond van artikel 2.27, eerste lid, onder a van het Bbl is bepaald dat activiteiten onder gevolgklasse 1 vergunningvrij zijn voor wat betreft de technische bouwactiviteit. De door DLR voorziene grondgebonden recreatiewoningen zijn voor de technische bouwactiviteit dus niet vergunningplichtig. Voor deze activiteit geldt wel een meldingsplicht op grond van artikel 2.18 Bbl.

Omgevingsplanactiviteit (ruimtelijke bouwactiviteit)

Hoewel het bestemmingsplan Vlietland Noordoost 2005 een verbodsbepaling bevat ten aanzien van vergunningvrij bouwen van recreatiewoningen, is deze bepaling gebaseerd op inmiddels vervallen regelgeving. De regels uit de bruidsschat, die onderdeel zijn van het tijdelijk omgevingsplan, bieden onder voorwaarden wél ruimte voor vergunningvrij bouwen voor de ruimtelijke bouwactiviteit. Indien wordt voldaan aan de eisen uit artikel 22.27 van de bruidsschat (o.a. op de grond geplaatst, niet hoger dan 5 meter, niet groter dan 70 m²), kunnen de recreatiewoningen zonder omgevingsvergunning voor de omgevingsplanactiviteit worden gerealiseerd.

Conclusie

Op basis van de huidige juridische kaders wordt geconcludeerd dat:

= De bouw van recreatiewoningen binnen het plangebied vergunningvrij mogelijk is voor zowelde technische bouwactiviteit als de ruimtelijke bouwactiviteit (omgevingsplanactiviteit), mitsvoldaan wordt aan de voorwaarden uit het vigerende omgevingsplan, de bruidsschat en het Bbl;

= Voor de bouw van recreatiewoningen die buiten deze regelgeving valt voor vergunningvrij bouwen, het gebruikelijke vergunningentraject zal worden doorlopen om te voorzien in alle benodigde toestemmingen;

= De bestemming verblijfsrecreatie in het vigerende bestemmingsplan de voorgenomen ontwikkeling ondersteunt;

= Overige vergunningen en meldingen (zoals voor graafwerkzaamheden, archeologie, en waterbeheer) relevant blijven voor de uitvoeringsfase en door DLR zullen worden aangevraagd wanneer deze nodig blijken’.