Betreft: Bomen- en struweelkap bij Egelskop, Vlietland.

Aan Provinciale Staten van Zuid-Holland

Datum 15-12-2025

Een verslag van een terreinbezoek d.d. 11-12 aan de kaplocatie door Hans van Daalen (tuinbaas, dendroloog en natuurbeheerder).

Kort samengevat is de conclusie uit het verslag de volgende: Het zogenaamde reguliere onderhoud is uitgemond in een volledige kaalslag van alle houtige gewassen die niet vergunningsplichtig zijn. Alles is eraan gedaan, behalve rooien, om de struiken een zo klein mogelijke kans op herstel te geven. Alle noot- en besdragende struiken zijn verwijderd. Ook is de dekking (meidoorn, braam, liguster) voor broedvogels en (beschermde) zoogdieren volledig verdwenen. Kortom, de ecologisch waardevolste soorten zijn verwijderd en wel op zo’n wijze dat het een aantal jaren zal duren voordat dit weer hersteld is.

Vandaag 11-12-2025 tussen 11:30 en 12:30 heb ik samen met … van de Algemene Vereniging voor Natuurbescherming (AVN) de locatie bij parkeerplaats De Egelskop bezocht. In het gedeelte van de groenstroken langs het wandelpad, dat parallel loopt aan het parkeerterrein, was het groenbedrijf Moree al klaar met de dunning.

In het meest oostelijke gedeelte was men nog bezig met het op hopen zetten van de gekapte bomen en struiken. Het westelijke gedeelte langs het wandelpad bestaat hoofdzakelijke uit zwarte els (Alnus glutinosa) met in de ondergroei voornamelijk éénstijlige meidoorn, veldesdoorn en hazelaar.

Het oostelijke gedeelte direct naast het wandelpad bestaat vrijwel geheel uit gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus). Allemaal netjes op rij, dus oorspronkelijk aangeplant. Verder nog een enkele (aangeplante) populier en wat essen(Fraxinus excelsior). De ondergroei bestaat ook hier uit de boven genoemde soorten struiken. Aan de zuidrand van deze strook staan nog wat tot boom uitgegroeide veldesdoorns (Acer campestre). Het kronendak van beiden stroken is geheel gesloten.

Het gedeelte waar men nog aan het werk was kent een veel opener structuur. De soorten samenstelling heb ik niet goed kunnen vaststellen om onderstaande reden. Ik verwacht echter niet dat die veel verschilt van het westelijke gedeelte. Om even contact te krijgen met de uitvoerenden zijn wij het afzet lint gepasseerd. De ter plekke leidinggevende kwam direct op ons af maar wilde op geen enkele manier een gesprek aan gaan met ons. Hoe gespannen de situatie was bleek doordat de kraan met sorteerknijper, volledig onnodig, achter ons aan werd gestuurd om ons sneller uit het afgezette gebied te verdrijven. De afstand tot de kraan is echter nooit kleiner dan 10 meter geweest. Voor mij dus geen echte bedreiging. Gezien mijn werkervaring kan ik beweren dat er op geen enkel moment sprake was van een gevaarlijke situatie, behalve toen de kraan zijn werkplek verliet en nodeloos in onze richting kwam rijden. Het is mij niet duidelijk (geworden) wat het streefbeeld is.

Om op de juiste manier struiken en bomen te snoeien of te kappen moet het streefbeeld jouw richtlijn zijn. Het rigoureus snoeien van alle struiken en bomen onder een gesloten kronendak leidt tot een situatie waarbij de struiklaag voor langere tijd afwezig tot slecht ontwikkeld is. De afgezette struiken zijn bovendien 1. erg laag afgezet en 2. het snoeivlak is niet afgewerkt. Dit eerste maakt de kans op succesvol uitlopen kleiner, zeker in combinatie met een gesloten kronendak. Het tweede maakt de kans op inrotten veel groter. Het gebied is de komende seizoenen zeer onaantrekkelijk geworden voor de meeste broedvogels en zoogdieren.

Naschrift Hans van Daalen: Het is in mijn ogen een volledige kaalslag van alle houtige gewassen die niet vergunningsplichtig zijn. Alles is eraan gedaan, behalve rooien, om de struiken een zo klein mogelijke kans op herstel te geven. Vlier en zwarte braam had ik nog niet genoemd in mijn verslag. Deze struiken zijn ook volledig tot vlak boven de grond verwijderd. In belendende percelen zag ik ook liguster (Ligustum vulgare) staan. Mogelijk stonden die ook in het ‘gedunde’ perceel. Alle noot- en besdragende struiken (meidoorn, zwarte braam, liguster, vlier, hazelaar) zijn verwijderd. Ook is de dekking (meidoorn, braam, liguster) voor broedvogels en zoogdieren volledig verdwenen. Kortom, de ecologisch waardevolste soorten zijn verwijderd en wel op zo’n wijze dat het een aantal jaren zal duren voordat dit weer hersteld is.

(Bomenbond Rijnland, Vrienden van Vlietland, AVN, Burgerinitiatief Vlietland)