Het is toch een vreemd verschijnsel als winnaars en verliezers beiden tevreden zijn met de uitslag van de gemeenteraadsverkiezing. En toch was dat zo woensdagavond laat.
Bij VVD (-3,4 procent ten opzichte van de gemeenteraadsverkiezing van 2018) en GBLV (-1,9 procent) werd helemaal niet over verlies gerept. In plaats daarvan spraken voorlieden van beide partijen zich uit voor een samenwerking in een nieuw te vormen coalitie.
Overigens heeft GBLV het verlies aan zichzelf te wijten door een deel van de achterban van zich te vervreemden nadat fractievoorzitter Frank Rozenberg, ombudsman en gemeenteraadslid Nico Hooijmans, en raadscommissielid Bram van Popering aan de kant werd gezet. Maar dat terzijde.
Bij het CDA was men ‘tevreden’ met een verlies van 5 procent want het had allemaal nog veel erger kunnen uitvallen. En bij de PvdA benadrukte men het behoud van 3 zetels in de gemeenteraad ondanks een verlies van 1,3 procent.
Het is allemaal wat makkelijk. Feit is dat de coalitiepartijen van 2018 (VVD, CDA, PvdA en ChristenUnie-SGP) allen, op ChristenUnie-SGP na die stabiel bleef, hebben verloren. Kortom: het coalitiebeleid heeft een onvoldoende gekregen.
Dat uit zich ook in de opkomst: 51,1 procent van de kiesgerechtigden kwam stemmen. In 2018 was dat nog 57,4 procent. De afkeer van de politiek neemt toe, ook in Leidschendam-Voorburg. En ook dat is een teken aan de wand.
De uitslag geeft echter geen omslag te zien. De drie liberale partijen VVD, GBLV en D66 haalden in 2018 tezamen 61,3 procent van de stemmen. Nu is dat 58,9 procent.
In tegenstelling tot 2018 is er nu een coalitie van de drie mogelijk. Destijds was de haat en nijd tussen VVD en GBLV zo groot, dat een combinatie van beide ondenkbaar was. Nu is men echter poeslief tegenover elkaar.
Aanleiding vormt het feit dat GBLV niet langer de confrontatie zoekt doch het compromis. En dat gaat zo ver dat lijsttrekker Bianca Bremer het al heeft over een gezamenlijke toekomst met de VVD.
Daar, bij die VVD, sluit men een samenwerking ook niet uit. De onderlinge verhoudingen zijn ‘prima’ en bij heel veel onderwerpen zit men op één lijn met GBLV. Lijsttrekker Astrid van Eekelen sprak al over een coalitie met GBLV en D66: gedrieën goed voor 21 van de 35 zetels in de gemeenteraad: VVD 8, GBLV 8, D66 5. Zo blijven ook de VVD-stemmers die vanwege de verrechtsing daar over liepen naar D66, behouden.
Het CDA verloor door een volstrekt kleurloos optreden in de laatste vier jaar zowel binnen B&W (wethouder Juliette Bouw faalde), als in de gemeenteraad. De verkiezingscampagne was vlak. De partij zou er goed aan doen zich te herpakken in de oppositie.
Op de linkerflank kraaien GroenLinks, SP en PvdA victorie. Waarbij de houding van de sociaaldemocraten opvalt. Lijsttrekker Jochem Streefkerk was er als de kippen bij om er, ondanks het PvdA-verlies aan kiezers, op te wijzen dat ‘links’ sterker was geworden in de gemeenteraad. En dat moest gevolgen hebben voor het beleid, zo orakelde hij.
Feit is dat GroenLinks 3,8 procent meer stemmen behaalde. Ingegeven door de angst voor stijgende energieprijzen die de roep om duurzaamheid en de energie omwenteling voeden; typisch GroenLinks-items. Dat heeft weinig met lokale wapenfeiten te maken. De SP kwam door een vaste aanhang, en zonder noemenswaardige campagne, in de gemeenteraad. Van gerichte proteststemmen tegen het coalitiebeleid is echter geen sprake.
De claim van Streefkerk lijkt vooral ingegeven door eigen lijfsbehoud. De partij slaagde er ternauwernood in de drie raadszetels vast te houden en zoekt nu bondgenoten in een poging het eigen geluid luider te kunnen laten klinken. Waarbij voor het gemak ook even de ChristenUnie tot het ‘linkse’ kamp wordt gerekend. Maar dat alleen op grond van zaken als duurzaamheid, energie omwenteling, nadruk op fietsen en lopen. Verder is die partij ‘rechts’.
‘Op links’ beseft men ook dat VVD, GBLV en D66 geen extra partijen in een coalitie nodig hebben. Combinaties met een te sterke linkse invloed (GroenLinks en PvdA) zien VVD en GBLV niet zitten. Dan liever het CDA. GroenLinks alleen zal niet in een combinatie met VVD en GBLV stappen, een combinatie VVD/GBLV/PvdA levert een te wankele basis op in de gemeenteraad (19 van de 35 zetels). SP wil niet in B&W; ChristenUnie wacht deemoedig af maar staat ook niet te springen na de ervaring van de laatste vier jaar.
En dan nu formeren. De afgelopen maanden is er achter de schermen al vele uren met elkaar gesproken. Onder leiding van een VVD-formateur zal zulks de komende weken zijn formele beslag moeten krijgen in een nieuwe coalitie – als de voortekenen niet bedriegen VVD, GBLV en D66 – met bijbehorend akkoord.
Waarbij D66 alle troeven in handen heeft, want de partij is nodig voor coalitievorming. Alhoewel, de Democraten hebben eigenlijk geen alternatief want een bondgenootschap met CDA, GroenLinks, PvdA en ChristenUnie levert een te wankele basis. Met SP is de afstand te groot. Bovendien is regeren met zes partijen nu niet echt een garantie voor stabiliteit.
Met het coalitieakkoord zal het beleid van de afgelopen jaren niet echt wijzigen. Hoogstens wat liberaler en op punten socialer worden. Als wethouders hebben zich al Astrid van Eekelen en Bianca Bremer gemeld. Wouter Jorissen (D66) twijfelt nog. En als drie wethouders te weinig zijn voor alle taken die vervuld moeten worden, kunnen we altijd nog naar vijf gaan. Kost wat meer maar dan heb je ook wat. Meer menskracht met name. Nu de beleidsdaden nog.