‘Namens 68 betrokken bewoners van Buitenplaats Hadriani richt ik mij tot u aangaande de Kavelambitie Diaconessenhuis. Als naaste buren en zeer betrokken bij de ontwikkeling van de voormalige Diaconessenhuislocatie, hebben wij actief deelgenomen aan een participatietraject. Het is des te teleurstellender dat we de door ons aangevoerde punten niet terugzien in de Kavelambitie, hooguit een enkel punt als wens. De vraag dringt zich op in hoeverre de gemeente de burgerparticipatie serieus neemt.
In de eerste plaats vragen wij ons af wat de juridische status van deze Kavelambitie is. Deze bestaat uit een analyse van het gebied vertaald naar randvoorwaarden, ambities en wensen voor de herontwikkeling. In het document zijn alle punten van de gemeente als randvoorwaarden opgenomen en de inbreng van de omwonenden als eventueel te kiezen ambitie of wens. Dit geeft de koper (van de grond, red.) wel erg veel ruimte. Kan deze Kavelambitie wel de basis zijn voor de verdere uitwerkingen?
In de tweede plaats vragen wij ons af waarom er geen Beeldkwaliteitsplan is bijgevoegd. Zeker gezien de uitzonderlijke hoogte en massaliteit van de voorgenomen herbouw. De gemeente geeft in een reactie aan dat de bouwhoogte mede bepaald wordt door wat constructief mogelijk is en dat de hoogte nog niet vaststaat. Is dat naïviteit van de gemeente? In hoeverre is het juist dat de gemeente de bouwhoogte van de Fonteinkerk leidend maakt voor de voorliggende ontwikkeling?
Hoe verhoudt dit plan zich tot hetgeen is gesteld in het rapport van Provinciale Staten over de Vlietzone: ‘De allure van de historische buitenplaatsen mee te nemen in nieuwe ontwikkelingen’. De kwaliteit van de invulling van deze plek in de landgoederenzone aan de Vliet en de historische betekenis van het naastgelegen Forum Hadriani, nota bene Unesco Werelderfgoed, is volgens ons onvoldoende geborgd door het ontbreken van duidelijke randvoorwaarden, zeker in combinatie met de onduidelijke juridische status. Hierdoor krijgt de koper alle ruimte, hetgeen zeker ten koste kan/zal gaan van de beeldkwaliteit van deze unieke plek. Het is belangrijk hier als gemeente de regie op te houden.
In de derde plaats wordt de verkeersdrukte onderschat. Berekeningen gaan over een gemiddelde en miskennen de verkeersveiligheid. Denk alleen al aan de stroom kinderen naar het nieuwgebouwde Kindcentrum in de Heeswijckstraat, de bochtige Fonteynenburghlaan met afslagen naar het Diaconessenhuis, het medisch centrum en de hospice, en de sluiproute voor loonwerkers vanaf het bedrijventerrein aan de Westvlietweg. Wat wij missen is de samenhang met de ontwikkelingen op de Binckhorst waaronder de Hoogwaardige openbaar vervoerverbinding (HOV) en de plannen van de gemeente Rijswijk om de Geestbrug af te sluiten. Ook de plannen inzake de vergroting van het bedrijventerrein aan de Westvlietweg en de gevolgen daarvan voor de verkeersontwikkelingen moeten in het geheel worden afgewogen.
In de vierde plaats wordt er in de Kavelambitie erg veel bovengronds geparkeerd. Dit staat haaks op het voorgenomen beleid meer aandacht te hebben voor de groene omgeving. Gesteld wordt in het plan dat er vanuit de archeologie niet ondergronds geparkeerd mag worden. Voor zover wij weten ligt er al een kelder onder het ziekenhuisdus kunnen de auto’s hier uitstekend geparkeerd worden zonder de archeologische grond verder te verstoren en daarmee afbreuk te doen aan het Romeinse erfgoed. Destijds heeft de gemeente bij de ontwikkeling van het Effatha-terrein ook gestuurd op inpandig parkeren. Een mix van inpandige parkeervoorzieningen en op het maaiveld (al dan niet weggewerkt met een groene overkapping) lijkt ons een zeer acceptabele randvoorwaarde.
Concluderend is ons dringende verzoek de bovenstaande punten eerst uit te laten werken en te laten vertalen in heldere randvoorwaarden met een duidelijke juridische status, voordat de Kavelambitie kan worden vastgesteld (17 januari in gemeenteraad, red.).
Daarmee weten de kopende en verkopende partij waar ze aan toe zijn qua bouwmassa, bouwhoogte, parkeren en verkeersveiligheid. Ook wordt daarmee de zorg van omwonenden weggenomen dat er straks alleen nog meegesprokenkan worden over onderwerpen van ondergeschikt belang.
Er zijn nog andere punten die bekeken moeten worden die normaliter bij een ruimtelijke ordening beslissing aan orde zijn, maar vanavond volstaan wij met de hoofdpunten zoals genoemd.
Tenslotte zou het in het kader van de zorgvuldigheid niet meer dan redelijk zijn om een leefbaarheidseffectrapportage (LER) te laten uitvoeren om de effecten van dit woningbouwproject te kunnen vaststellen.
(Ina Mantjes)