De VVD zet grote vraagtekens bij de kosten van de gemeente voor afvalbedrijf Avalex en de daarop gebaseerde tarieven voor de afvalstoffenheffing die inwoners moeten betalen. Dat blijkt uit 23 vragen die raadslid Ton Overmeire aan B&W heeft gesteld.
Overmeire wijst erop dat B&W in hun onderbouwing van de afvalstoffenheffing 2017 stellen dat de kosten voor de gemeente met 489.000 euro dalen. Uit de begroting van Avalex blijkt echter een kostendaling van 1,14 miljoen euro.
Het VVD-raadslid stelt dat er geen ‘winst’ gemaakt mag worden op de afvalstoffenheffing. Het tarief mag niet hoger zijn dan de verwachte uitgaven. Overmeire vermoedt dat B&W ook kosten voor zwerfafval, leegmaken prullenbakken en schoonmaak winkelcentra meerekenen. Volgens de Hoge Raad mag dat echter niet.
Overmeire haalt ook een besluit van de gemeenteraad aan van 13 december 2016. Toen werd besloten 224.000 euro aan een reserve afvalstoffenheffing toe te voegen. Dat kan volgens het raadslid niet bij een kostendekkende heffing. Er blijft dan immers niets ‘over’ om in een reserve te stoppen.
De liberale politicus meent dat B&W het tarief voor de afvalstoffenheffing moeten corrigeren. Het tarief is nu te hoog, zeker gezien de lagere kosten en de hogere opbrengsten uit de verkoop van plastic, metaal en drankverpakkingen.
Overmeire geeft aan dat burgers geen bezwaar kunnen maken tegen de hoogte van de heffing omdat het een besluit van de gemeenteraad was. Alleen een verzoek tot vernietiging van dat besluit bij de minister is nog mogelijk.
Het raadslid wil ook weten of de reserve die nu bij de afvalstoffenheffing wordt opgebouwd, nu hoort tot het ‘eigen vermogen’ van de gemeente waardoor de gemeenteraad feitelijk kan beslissen waar dat geld aan uitgegeven wordt. Er is derhalve een begrotingswijziging nodig of B&W moeten afzien van de reserve, aldus Overmeire.