Verantwoordelijk wethouder Philip van Veller noemde het ‘een pittig rapport’. Dat is wel erg mild uitgedrukt. De studie die Regioplan maakte over de zogenoemde subsidietafels is vernietigend. De wethouder wil nog eens gaan bekijken wat hij nu gaat doen. Dat kan hij zich besparen. Er is maar één conclusie mogelijk: stoppen met het systeem. En wel nu.
In 2019 startte de gemeente met subsidietafels. Het Raadhuis bepaalde een maatschappelijk thema, bijvoorbeeld opgroeien en opvoeden, riep organisaties die op dat gebied iets wilden doen voor de inwoners bijeen aan een tafel, bepaalde jaarlijks een subsidiebedrag en liet de organisaties vervolgens zelf uitvechten wat er voor dat geld gedaan werd. Kostten de plannen meer dan werd er gewoon door de gemeente geschrapt in de voornemens.
Het systeem moest de ambtenaren verlossen van jaarlijks beraad met tientallen afzonderlijke organisaties over hun initiatieven om vervolgens per ‘club’ een subsidiehoogte vast te stellen.
Vanaf het begin was er de nodige kritiek. Te ingewikkeld, te tijdrovend, de grote organisaties zouden de zaak domineren, kleine organisaties kregen geen kans, nieuwe initiatieven werden in de kiem gesmoord, de politiek kon niet meer ‘sturen’. De bezwaren werden zijdens B&W en de coalitiepartijen allemaal weggepoetst. De subsidietafels moesten er komen.
Nu vier jaar later blijkt dat de criticasters gelijk hebben gekregen. Sterker nog: de situatie is veel erger dan voorspeld. Zo wordt er erkend dat de activiteiten die de organisaties aanbieden niet zijn afgestemd op de noden van de inwoners die er gebruik van zouden moeten maken. Op de vraag of de doelgroep wordt bereikt antwoordt ook maar 14 procent van de betrokkenen met ‘ja’.
Door het systeem sneeuwen kleine partijen onder stelt 49 procent; het leidt tot meer concurrentie (61 procent) en niet echt tot samenwerking (39 procent zegt van wel). Omdat er veel verschillende partijen aan tafel zitten is het moeilijk praten (57 procent). De gemeente geeft geen houvast (80 procent); het kost allemaal te veel tijd (86 procent).
Maar 22 procent van de betrokkenen – één op de vijf – wil door met het systeem van subsidietafels, mits dit wel wordt verbeterd. De rest wil er van af. Dat zegt genoeg.
Daarbij komt dat Regioplan ook nog achterhaalde dat financiële belangen en de belangen van elke organisatie afzonderlijk, een te grote rol spelen in het geheel. Met andere woorden: de tafelpartners kijken vooral naar zichzelf en het binnen harken van zo veel mogelijk geld uit de subsidiepot.
Wat Regioplan niet meldt maar waar de gemeenteraad als ‘controleur’ al diverse malen over gevallen is: de organisaties leggen geen enkele verantwoording af. Ze maken wel jaarverslagen maar daar staat alleen in wat ze deden. Niet hoe succesvol de activiteiten waren; hoeveel inwoners werden bereikt, hoe die zijn geholpen en tegen welk bedrag.
Geen wonder eigenlijk als betrokkenen nu zelf toegeven niet met elkaar te praten vanuit de wensen en noden van de doelgroep en daarop afgestemde activiteiten. Alleen is er geen wethouder geweest die dat aan de gemeenteraad durfde mee te delen. Terwijl er wel 13,5 miljoen euro gemeenschapsgeld aan werd besteed (2023). Doelmatig? Niet dus, zo blijkt nu. Rechtmatig? Geen idee.
En nu? De wethouder wil nog eens gaan nadenken. Praten met de organisaties. Komen met een plan om dat na beraad met de gemeenteraad verder te gaan uitwerken. Doorvoering is een vraagteken. Met andere woorden: we modderen gewoon door. Tenminste nog in 2024. Weer 13,5 miljoen weg.