‘Er zijn fenomenen in het leven die altijd blijven bestaan, ook al wil helemaal niemand dat. Bladblazen is daarvan een goed voorbeeld. Er is behoorlijk wat tegen op bladblazen. Om te beginnen heeft bladblazen geen zin want na een paar uur liggen alle blaadjes weer verspreid over het gras. Bladblazen is slecht voor het milieu. De bodem heeft de blaadjes juist nodig als voeding, maar het milieubezwaar zit vooral in het apparaat zelf. De meeste blazers (in elk geval professionele) worden namelijk aangedreven door een draagbare tweetaktmotor die roet en giftige stoffen uitstoot. Daarmee komen we ook op het derde bezwaar: bladblazen maakt een vervelende, zeurende pokkenherrie.
Zinloos, vervuilend en lawaaiig. Soit, die argumenten kan je ook gebruiken bij de Formule 1, maar dat heeft dan nog de functie van vermaak. Bladblazen is gewoon stom! Niemand zou het moeten willen en overheden zouden het moeten afwijzen zoals bij alle zinloze activiteiten die hinder opleveren en slecht zijn voor het klimaat. Dat wordt ook regelmatig opgevoerd in de media, tot aan een reportage van Arjan Lubach aan toe. Groot was daarom mijn verbazing toen ik deze week een hovenier in overall aantrof in het Mariënpark driftig blazend met een bovenmaatse bladblazer. Ik ga er vanuit dat hij dit niet deed vanuit de goedheid van zijn hart en op eigen initiatief, maar was ingehuurd door de gemeente.
Er zijn heel veel problemen die de gemeente niet kan oplossen. Armoede, verkeersproblematiek, criminaliteit en de opwarming van de aarde bijvoorbeeld. Stoppen met bladblazen ligt echter gewoon binnen handbereik. De eigen hoveniers leveren hun blazer in en krijgen een hark terug. Bij aanbesteding van het groenonderhoud komt een contractuele bepaling dat er niet met bladblazen wordt gewerkt op straffe van een financiële sanctie of ontbinding van het contract. Kom op suffe gemeente, regel dat nou gewoon even. Opblazen die stomme gewoonte.’
(Rutger Oosting)