Een nieuw bouwplan voor natuur- en recreatiegebied Vlietland. Een derde versie. Nog voor de zomer te verwachten. Wethouder Bianca Bremer bracht het deze week in een vergadering van een commissie uit de gemeenteraad, als een vanzelfsprekendheid. Als volkomen logisch.
Toch is het dat allerminst. Ontwikkelaar DLR hield tot nu toe stug vol dat er 222 recreatiewoningen kwamen. Grondgebonden. En zo niet, dan werd teruggegrepen op een oud bestemmingsplan waarin de mogelijkheid voor die bouw ook al stond, doch dan voor de helft van de geplande woningen in de vorm van een flatgebouw.
Dat bestemmingsplan heeft in 2010 het fiat van de Raad van State gekregen. Alleen omdat DLR vervolgens bedacht de recreatiewoningen liever allemaal als grondgebonden panden te willen gaan bouwen, diende dat bestemmingsplan gewijzigd te worden.
Het ontwerp van dat nieuwe bestemmingsplan werd in 2022 openbaar en leidde meteen tot een golf van woede bij omwonenden, regiobewoners en in de politiek. Het bouwplan, waarvoor de kiemen al in 1977 zijn gelegd, is niet meer van deze tijd. Natuur opofferen aan villabouw kan niet meer.
Sindsdien is er een ‘gevecht’ gaande tussen DLR, daarin gesteund voor Recreatiecentrum Vlietland (RCV), de provincie (eigenaar van Vlietland en verpachter van de grond), de gemeente (Vlietland ligt op haar grondgebied) en de gemeenteraad (beslist over het bestemmingsplan).
Daarbij worden de hakken steeds dieper in het zand gezet. De stekeligheden en verwijten nemen toe. Elke partij wijst naar een ander of anderen als het gaat om verantwoordelijkheid. Een streep door het bouwplan betekent schadeclaims van vele miljoenen euro’s. En wie gaat dat betalen?
Burgerinitiatief Vlietland kwam met een alternatief om onder het nieuwe bestemmingsplan uit te komen. Dat leidde tot een juridische strijd tussen B&W en gemeenteraad. DLR dreigde te gaan bouwen op grond van het oude plan, dus met een flatgebouw. Ook stelde men de provincie in gebreke. Die deed niet wat ze moest doen op basis van gesloten overeenkomsten.
Tegelijk wordt er door procedures aangespannen op grond van de Wet open overheid (WOO) steeds meer bekend over al hetgeen er in het verleden is gewisseld en vastgelegd in brieven, nota’s, rapporten. Dat levert telkens nieuwe informatie op; extra kolen op het vuur.
DLR, gemeente (lees B&W) en provincie zijn er niet zeker meer van dat het bouwplan ooit gerealiseerd kan worden. De politieke en maatschappelijke weerstand loopt vrijwel met de dag op.
En nu is daar de inkeer. DLR gaat het bouwplan ‘substantieel’ aanpassen in een poging het geheel alsnog aanvaard te krijgen door de gemeenteraad Leidschendam-Voorburg. In de hoop dat de maatschappelijke weerstand dan zal afnemen en ook de provincie (gedeputeerde Anne Koning en Provinciale Staten) het geheel in het kader van goed ruimtelijk beleid accorderen.
Dat de ontwikkelaar daartoe vanuit het provinciehuis en het Raadhuis in Leidschendam is ‘bewerkt’ ligt voor de hand. Als het bouwplan er alsnog in aangepaste vorm door komt worden de bestuurders daar gered van gezichtsverlies, lastige debatten, juridische procedures en schadeclaims.
Betrokkenen weten donders goed dat het een slecht plan is. Een plan uit de oude doos waar ze vandaag de dag nooit meer mee zouden (kunnen) instemmen. Alleen kunnen ze er door het besluit van de Raad van State en allerlei gesloten overeenkomsten niet meer onderuit.
DLR wil bouwen. Liefst zonder nog meer ‘gedoe’. Dus kiest men eieren voor het geld en past de eigen voornemens aan. Hoe ‘substantieel’ dat is, moet worden afgewacht. Het moet in elk geval voldoende zijn om de politici in Leidschendam-Voorburg en Den Haag (zetel van de provincie) te overtuigen.
Of men in die opzet slaagt moet later dit jaar blijken. In Leidschendam-Voorburg is de positie van coalitiepartij D66 cruciaal. Gemeenteraadslid Alexander Hielkema wees er deze week op dat Vlietland geen ‘blanco vel’ meer is, dat er al veel besluiten zijn genomen en dat de bouw van recreatiewoningen ook nu al mogelijk is. Ook sprak hij over het ‘zoveel mogelijk’ groen houden van Vlietland.
Woorden die aangeven dat ook die partij tot inkeer is gekomen.