Gemeenten moeten meer betaalbare woningen realiseren, waarbij de prijs onder 280.000 euro ligt. Dat is het maximale bedrag dat iemand met een bruto inkomen van 1,5 keer modaal kan lenen. Zeker bij starters met een modaal inkomen is er veel vraag naar woningen goedkoper dan 280.000 euro.
Dat staat in een brief van Gedeputeerde Staten (GS) aan Provinciale Staten (PS). Het is een reactie op een door PS aangenomen motie waarin kritiek werd geuit op de prijsgrens die de Nationale hypotheek garantie (NHG) nu hanteert voor een ‘betaalbare woning’: 435.000 euro. Die grens is veel te hoog voor mensen met een laag en/of middeninkomen.
PS vroegen GS de grens voor betaalbare woningen op 280.000 euro te leggen. GS wijzen dat af. Er zouden daardoor nog minder huizen gebouwd worden en de kwaliteit ervan zou afnemen. Het verlagen van de grens noemen GS dan ook ‘onverstandig’.
Tegelijk erkennen GS dat er wel iets moet gebeuren. Vandaar het verzoek aan de gemeenten. Diezelfde gemeenten zal gewezen worden op alle stimuleringsregelingen van de provincie en het rijk ten behoeve van woningbouw.
GS wijzen verder op het Nationale koopfonds waarmee het rijk dit voorjaar wil komen: een renteloze lening van maximaal 75.000 euro voor een koper van een woning met een prijs onder 355.000 euro, die een inkomen heeft tussen 40.000 en 65.000 euro bruto. De lening werkt als een korting op de koopprijs. Pas bij verkoop van het pand moet die worden terugbetaald.
GS praten verder met het kabinet over een blijvende financiële regeling om de bouw van betaalbare woningen te stimuleren. Dit nu de tijdelijke regeling stopt omdat het geld op is. (illustratieve foto)
De 355.000 euro grens voor een betaalbare woning werd in maart 2023 door rijk en provincies vastgelegd. Het rijk wil die grens dit jaar optrekken naar 390.000 euro. De provincie Zuid-Holland wil echter de 355.000 euro blijven hanteren.