Minister Hugo de Jonge (volkshuisvesting) dreigt met ingrijpen als de provincie Zuid-Holland het woningbouwbeleid niet bijstelt. Als er bestuurlijk geen overeenstemming wordt bereikt wil de bewindsman ‘juridische instrumenten’ gaan gebruiken om zijn wil door te zetten. Dat blijkt uit een brief van hem aan Gedeputeerde Staten (GS).
GS erkennen dat er op ‘enkele punten’ een verschil van inzicht bestaat met de minister. Zij noemden dat echter ‘niet uniek’ in bestuurlijk Nederland en tonen zich ‘optimistisch’ dat men toch tot een gezamenlijk standpunt kan komen. Beide partijen praten binnenkort verder.
In zijn brief stelt De Jonge dat beleidsvoornemens van GS een rem zetten op de woningbouw, terwijl er juist snel veel meer woningen gebouwd moeten worden gezien de historisch hoge woningnood. Ook verwijt hij GS dat eerder gemaakte afspraken door hen éénzijdig worden gewijzigd.
De bewindsman noemt drie concrete punten:
= buiten stedelijke bouwlocaties (maximaal 3 hectare). De provincie wil maar twee extra locaties aanwijzen en elders hoogstens een extra straatje erbij toestaan, geen nieuwe wijken. Volgens De Jonge wordt hierdoor alle buiten stedelijke bouw geblokkeerd. Hij noemt dat ‘ongewenst’,
= bouw sociale woningen. De provincie wil dat bij nieuwbouw 40 procent uit sociale woningbouw bestaat in plaats van 30 procent. Zo wil de provincie met name gemeenten die te weinig sociale woningen bouwen dwingen meer te doen. De Jonge stelt dat het plan geen rekening houdt met de haalbaarheid ervan, het negatieve financiële gevolgen heeft en ook de bouw in het middensegment treft. Hij noemt het ‘niet wenselijk’ dat de provincie dit doorzet. ‘U vraagt het onhaalbare van de gemeenten’,
= definitie betaalbare koopwoning. De provincie wil daarvoor een grens van 355.000 euro hanteren (zonder index); De Jonge met index 390.000 euro. Volgens de minister leidt het Zuidhollandse besluit niet tot de bouw van meer goedkope woningen, is de haalbaarheid twijfelachtig, is er onvoldoende aanvullend beleid en zet het de financiële haalbaarheid van bouwprojecten onder druk. Het plan werkt averechts op de woningbouw en is daarmee ‘niet doelmatig’.
De Jonge kondigt aan nog dit jaar met een wetsvoorstel te komen waarin staat dat gemeenten die minder sociale woningen realiseren dan het landelijk gemiddelde, bij nieuwbouw minimaal 30 procent sociale woningen moeten laten bouwen. Bij gemeenten die boven het landelijk gemiddelde zitten wordt dat 40 procent. Ook laat de minister weten met een besluit te komen inzake een landelijke grens betaalbare koopwoning plus indexering.