Het plan voor de bouw van 222 recreatiewoningen in natuur- en recreatiegebied Vlietland heeft opnieuw vertraging opgelopen. Verantwoordelijk wethouder Bianca Bremer wil nu pas in het najaar stukken aan de gemeenteraad gaan voorleggen. Eind januari liet de wethouder weten dat ontwikkelaar DLR de plannen ‘substantieel’ ging wijzigen. ‘Hopelijk’ zouden die aangepaste plannen in mei worden gepresenteerd.
De oude plannen dateren uit 2022. Daar is veel verzet tegen, maatschappelijk en politiek. Er zijn ook een groot aantal zienswijzen tegen ingediend, onder andere door de provincie Zuid-Holland, eigenaar van Vlietland. De gemeente heeft nog steeds geen antwoorden geformuleerd op die zienswijzen. Met name het bereiken van overeenstemming met de provincie is daarbij cruciaal.
Als het bouwplan ‘substantieel’ wijzigt, zal de provincie er echter een nieuw oordeel over willen geven. Dan heeft een zienswijze op een achterhaald plan niet zo veel betekenis meer.
Bij de wethouder liggen ook nog 86 vragen van een vijftal organisaties betreffende een brief van haar uit november 2023 inzake het bouwplan dat er toen lag. Die vragen zijn nog niet beantwoord. Volgens Bremer hangt minstens de helft ervan samen met de concrete inhoud van het bouwplan. Als dat wijzigt moeten deze antwoorden ook anders gaan luiden.
Er ligt een bestemmingsplan uit 2005 dat de bouw mogelijk maakt. Daarin is ook sprake van hoogbouw. DLR wil echter alleen laagbouw. Daartoe dient het bestemmingsplan gewijzigd te worden. Die wijziging ligt nog steeds niet bij de gemeenteraad. Indien het bouwplan nu wordt aangepast heeft dat mogelijk ook weer consequenties voor de inhoud van het gewijzigde bestemmingsplan. Hetgeen wellicht ook weer een nieuwe zienswijze-ronde met zich brengt.
Volgens informatie vanuit het Raadhuis wordt nu gewerkt aan een nieuw beeldkwaliteitsplan waarbij de wijzigingen ook worden ‘vertaald’ in het deel van het bestemmingsplan dat gaat over beeldkwaliteit en de regels van het bestemmingsplan. Dit alles op basis van de reeds liggende zienswijze van de provincie.
Daarnaast heeft DLR nieuwe berekeningen over de neerslag van stikstof in natuurgebieden voor de geplande bouwactiviteiten ingeleverd. Die worden nu beoordeeld door de Omgevingsdienst Haaglanden.
In hoeverre beide zaken nog beïnvloed worden door een substantiële wijziging van het bouwplan is onduidelijk.