De gemeente kan ontwikkelaar DLR niet tegenhouden daar waar het gaat om werkzaamheden die vooruit lopen op een toekomstige bouw van recreatiewoningen in Vlietland. Dat heeft verantwoordelijk wethouder Bianca Bremer laten weten in antwoorden op vragen van GroenLinks over de werkzaamheden waarmee DLR op 6 maart is gestart.
‘DLR zal zich te allen tijde moeten houden aan de geldende natuurbeschermingswetgeving. Dat wettelijk kader bepaalt welke werkzaamheden in welke periode mogen plaatsvinden en of de gevolgen daarvan al of niet aanvaardbaar zijn. Vergunningverlening, toezicht en handhaving op dat vlak vindt plaats door de ODH (Omgevingsdienst Haaglanden) namens het bevoegde gezag, gedeputeerde staten van Zuid-Holland. Het college heeft op dit gebied geen bevoegdheden en kan dan ook geen garanties geven of toezicht houden’, aldus Bremer.
‘Zoals het college herhaaldelijk heeft toegelicht kan het college DLR niet beletten werkzaamheden uit te voeren zolang deze in overeenstemming zijn met een door de gemeenteraad zelf vastgesteld en na toetsing door de hoogste bestuursrechter, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, onherroepelijk geworden bestemmingsplan. In dit geval het huidige bestemmingsplan Vlietland noordoost 2005. Voor grondwerkzaamheden zoals die waarmee DLR onlangs is gestart is op grond van het onherroepelijke huidige bestemmingsplan geen vergunning nodig’.
‘Wil DLR volgens dat huidige bestemmingsplan de recreatiewoningen (deels grondgebonden en deels gestapeld) en overige voorzieningen gaan realiseren, dan heeft DLR daar een omgevingsvergunning van het college en een door de ODH te verlenen natuurvergunning of -ontheffing nodig. DLR zal daarbij ook, met een AERIUS-berekening, inzichtelijk moeten maken dat de door de uitvoering van het plan veroorzaakte stikstofemissie de wettelijke normen niet overschrijdt. De ODH heeft, zowel als het gaat om de natuurbeschermingswetgeving als de stikstofdepositie, een controlerende en toezichthoudende taak’.
‘Uitvoering van het door DLR gewenste nieuwe bestemmingsplan, dus met uitsluitend grondgebonden recreatiewoningen, is op dit moment niet aan de orde. Dat kan pas nadat dit nieuwe bestemmingsplan door de gemeenteraad is vastgesteld en vervolgens in werking is getreden. Ook daarvoor geldt vervolgens dat DLR op basis van dat nieuwe bestemmingsplan Doorontwikkeling Vlietland Noord en de natuurbeschermingswetgeving de benodigde vergunningen en/of ontheffingen bij het college en bij de ODH zal moeten aanvragen’.
‘Dat neemt niet weg dat een deel van de grondwerkzaamheden, die passen binnen het huidige onherroepelijke bestemmingsplan en op grond daarvan zonder vergunning kunnen worden uitgevoerd, feitelijk ten dienste kunnen staan van zowel het realiseren van het huidige als het nieuwe bestemmingsplan. Zolang die werkzaamheden naar aard en omvang voldoen aan het huidige bestemmingsplan kan het college de uitvoering daarvan, zoals hier toegelicht, niet beletten’.