‘We zijn in het verleden afspraken aangegaan. Als betrouwbare overheid jou je je daaraan’. Dat heeft een woordvoerder van gedeputeerde Anne Koning laten weten in antwoorden op vragen van Vlietnieuws inzake de bouw van 222 recreatiewoningen in natuur- en recreatiegebied Vlietland.
In het verleden claimde de provincie dat de bouw nodig was om inkomsten te genereren voor beheer en onderhoud van Vlietland; een gebied in handen van de provincie. Inmiddels is die claim vervallen, zo maakte de woordvoerder duidelijk. De kosten van beheer en onderhoud, zo’n 1,5 miljoen euro per jaar, dekt de provincie uit eigen middelen.
Indien de bouw niet meer dient om kosten van beheer en onderhoud te dekken (de pacht beloopt nu enkele tienduizenden euro’s per jaar doch stijgt naar 133.000 euro per jaar met de bouw), is de vraag wat dan nog het provinciale belang is bij de bouwplannen. Op die vraag reageerde de woordvoerder met het aangehaalde citaat. Om daar aan toe te voegen ‘het belang van de bouw ligt niet bij ons’.
De provincie wil niet reageren op de vraag hoe ontwikkelaar DLR straks woningen wil verkopen die feitelijk op gepachte grond (grond die dus niet in eigendom is) staan. Tegelijk stelt de provincie dat men geen contractuele relatie of rechtsverhouding met DLR heeft. Die is er alleen met Recreatiecentrum Vlietland (RCV) aan wie grond in erfpacht is uitgegeven. Tussen RCV en DLR bestaat wel een (contractuele) rechtsverhouding.
Zoals bekend werkt de gemeente Leidschendam-Voorburg aan een ontwerp-bestemmingsplan waardoor er 222 grondgebonden recreatiewoningen in Vlietland kunnen komen. Verantwoordelijk wethouder Bianca Bremer heeft laten weten dat stuk nog voor de zomer bij de gemeenteraad te willen neerleggen.
De provincie maakte eerder bezwaar tegen het ontwerp bestemmingsplan op basis van een ‘goede ruimtelijke ordening’. Nu laat men weten dat de gemeente aan zet is en men zich niet gecommitteerd acht aan welke gemeentelijke planning dan ook.
Overigens heeft de wethouder de provincie, en DLR, gevraagd te reageren op een voorstel van ChristenUnie om de 222 woningen niet in Vlietland doch in Stompwijk neer te zetten. Aan die reactie heeft Bremer geen tijdlimiet gesteld.