‘Wethouder Marcel Belt wil, zo blijkt uit zijn Cultuurvisie, dat aanbieders van cultuur hun aanbod afstemmen op de behoefte van de inwoners. Hoe hij die ‘behoefte’ heeft gepeild maakt hij niet duidelijk.
Bij de stukken die hij aan de gemeenteraad zond zit ook een participatieverslag. Daaruit blijkt dat er met inwoners van Leidschendam, Voorburg en Stompwijk is gesproken. Elk afzonderlijk. Het ging telkens om ongeveer tien mensen.
De Leidschendammers gaven aan dat het culturele aanbod onbekend is, dat men zelf veel organiseert (met name wat muziek betreft), dat men onvoldoende geld heeft om van cultuur te kunnen genieten, en dat men ook naar cultuur zoekt in andere gemeenten.
De Voorburgers lieten weten dat de gemeente te weinig geld in cultuur steekt, cultuur niet in de ‘marketing’ van de gemeente zit, subsidieregelingen onbekend en/of ingewikkeld zijn, de geschiedenis van de gemeente onderbelicht is en dat er meer ruimte moet komen voor evenementen.
De Stompwijkers stelden dat erfgoed en geschiedenis van belang zijn, dat er weinig culturele accommodaties zijn in Stompwijk, dat subsidieregeling en gemeentelijke marketing onbekend zijn, dat men begeleiding nodig heeft bij nieuwe culturele activiteiten en dat men nu veel op eigen initiatief organiseert.
Uit geen der bijeenkomsten kwam naar voren dat de aanbieders van cultuur nu dingen doen waarop de inwoners niet zitten te wachten. Anders gezegd, die niet aan hun behoeften voldoen.
Veel eerder somde men allerlei dingen op die gezien moeten worden als opdrachten aan de wethouder en zijn ambtenaren. Dus meneer Belt, ga dáár dan mee aan de gang en probeer niet met een drogreden het culturele aanbod te veranderen’.
(Een cultuurbewuste inwoner)