B&W hebben nieuwe regels uitgevaardigd voor de realisatie van collectieve scootmobielstallingen. Dit nu er gedurende de periode dat de nieuwe regels ter inzage lagen, door niemand bezwaar tegen is gemaakt.

Op grond van de Subsidieregeling collectieve woningaanpassingen Leidschendam-Voorburg kunnen sociale verhuurders en Verenigingen van Eigenaars (VvE’s) subsidie aanvragen voor voorzieningen om wooncomplexen toegankelijk te maken, waaronder collectieve scootmobielstallingen. Aanleiding voor de Beleidsregels is de toenemende behoefte aan collectieve scootmobielstallingen bij bestaande wooncomplexen als gevolg van de forse vergrijzing in de gemeente en de trend om langer zelfstandig te willen of te moeten wonen.

Met de nieuwe regels moet eerst gezocht worden naar een inpandige stalling. Kan dat niet dan volgen alternatieve oplossingen:

= Indien de aanvrager aantoont dat het inrichten van een collectieve scootmobielstalling in het woongebouw niet mogelijk is, dan dient de aanvrager inzichtelijk te maken welke alternatieve oplossingen voorhanden zijn. Te denken valt aan het benutten van bergingen of woningen, mits compensatie van deze woningen mogelijk is, bijvoorbeeld door het tegelijkertijd optoppen van woongebouwen,

= Buitenruimte in eigendom van de aanvrager; De aanvrager start een onderzoek naar de ruimtelijke inpassing ervan op het terrein dat in eigendom is van de aanvrager,

= Deels of geheel in de openbare ruimte; Indien de grond in eigendom van de aanvrager onderbouwd ontoereikend dan wel afwezig is, mag de aanvrager plaatsing van de scootmobielstalling in de openbare ruimte onderzoeken. Het college is hier echter uiterst terughoudend in en hanteert de volgende opties voor de plaatsing van de collectieve scootmobielstalling deels of geheel in de openbare ruimte:

*Parkeerplaatsen – De aanvrager onderzoekt de haalbaarheid van de plaatsing van de scootmobielstalling op één of meer parkeerplaatsen.

*Openbare ruimte – De aanvrager onderzoekt de plaatsing in de openbare verharde ruimte tegen of direct naast het woongebouw waar de huurders met een scootmobiel woonachtig zijn. Dit kan de stoep zijn of een andere verharde openbare ruimte.

*Openbaar groen – De allerlaatste optie is het gebruik van openbaar groen. De aanvrager verzorgt in dit uiterste geval de benodigde beplanting.

De ruimtelijke kwaliteit mag niet worden aangetast door de realisatie van een stalling. Het geheel moet een groen dak hebben en veilig te betreden zijn.