Na lezing van de recentelijk uitgebrachte Koersnotitie van de gemeente blijven drie vragen hangen. Hoe blijven we een groene woongemeente? Of liever nog, hoe kunnen we onze gemeente radicaal vergroenen, zoals we zeggen te willen? En tegelijk: hoe kunnen we ook 5.000 extra woningen bouwen?
Een dilemma, en dé uitdaging waarvoor onze gemeente zich ziet gesteld.
Ik ben verheugd dat de Koersnotitie voorstelt om de zogenaamde 3/30/300 richtlijn te adopteren als een norm voor de hoeveelheid groen. Wat houdt die richtlijn in? Iedereen moet vanuit huis 3 bomen kunnen zien, iedere woonbuurt moet tenminste 30% boomkroonbedekking hebben, en er moet voor iedere inwoner een park op hooguit 300 meter zijn.
Waarom is dat zo belangrijk? Omdat het klimaat snel verandert en we nu buurten bouwen die 80-100 jaar mee moeten, tot na het jaar 2100. En buurten, die niet aan die groennorm voldoen, zijn in 2050 al niet meer voldoende bestand tegen wateroverlast en hittestress, en eigenlijk niet leefbaar.
Mooi toch dat de Koersnotitie deze richtlijn nu voorstelt? Zeker, maar het is slechts een intentie, en onze groene intenties worden uiteindelijk vaak niet uitgevoerd. Daarom zullen in de Omgevingsvisie waarborgen nodig zijn. Harde afspraken vooraf met projectontwikkelaars. Over voldoende ruimte voor veel bomen en een park.
Want hoe gaat het nu? In de KleinPlaspoelpolder en straks in Overgoo bouwen we niet zo groen. Daar komt geen 30% boomkroonbedekking en geen park. En aan de Ruysdaellaan wil de gemeente zelfs gewoon in de bestaande hoofdgroenstructuur gaan bouwen, en daar eerst op en rondom de bouwkavel alle bomen kappen.
Hoe komt dat? Door de omvang van onze woningbouwopgave, het gebrek aan beschikbare kavels binnen de bebouwde kom, en de keuze voor binnenstedelijke verdichting blijft er helemaal geen ruimte over voor 30% kroonbedekking of een park binnen 300 meter. Of om bestaand groen te respecteren.
En doordat er een taboe is op buitenstedelijk bouwen in het agrarisch gebied, lijkt er dan alleen nog maar een keuze voor hoogbouw. Maar dat is niet populair bij omwonenden. To put it mildly. Dus die vlieger gaat vaak niet op. En dan bouwen we maar in de breedte, en sneuvelt doorgaans het gewenste groen.
Kan dat niet anders? Jawel, dat kan. We hebben een enorm agrarisch buitengebied. Zo kunnen we bijvoorbeeld bij Stompwijk aansluitend op de bebouwde kom twee complete nieuwe groen-blauwe buurten bouwen. Binnen de nieuwe rondweg en de huidige bebouwde kom. En door herontwikkeling van een deel van het kassengebied. Ook goed voor de levensvatbaarheid van dit dorp dat al 20 jaar niet is gegroeid.
En zo zijn er nog wel meer geschikte locaties te vinden in het agrarisch gebied, die niet deel uitmaken van essentiële ecologische verbindingen of van het groene hart. En hoeveel meer woningen kunnen we dan bouwen ? Aanzienlijk meer. Vele honderden. Misschien wel 1.000.
Samengevat. Bouw niet in de hoofdgroenstructuur. Pas de 3/30/300 richtlijn bij nieuwbouw toe. Hef het taboe op buitenstedelijk bouwen op, en ga serieus kijken naar de mogelijkheden om meer woningen te bouwen in het agrarisch gebied, zoals bij Stompwijk.
(Sander Wennekers)