Wat al vanaf de komst van de Mall of the Netherlands in de lucht hing, gaat gebeuren: betaald parkeren in de Mall. Ik heb in mijn Andere blik ‘Betaald parkeren bij de Mall’ al eens voorgerekend wat dat de Mall op jaarbasis aan parkeeropbrengsten zou kunnen opleveren. Zo’n 15 miljoen euro.

Profiteert de gemeente daarvan? Nee. In de overeenkomst tussen de gemeente en de ontwikkelaar van de Mall staat nergens genoemd dat de Mall een deel van de parkeeropbrengsten moet afdragen.

Om te voorkomen dat bezoekers van de Mall gratis gaan parkeren in de omliggende woonwijken bereidt de gemeente vergunningparkeren in die wijken voor. Een parkeervergunning kan voor bewoners niet gratis zijn (gelijkheidsbeginsel: waarom daar wel gratis en elders in de gemeente niet?) en daarnaast moet de gemeente investeren in handhaving. De Mall strijkt straks miljoenen op en de omwonenden en de gemeente mogen financieel bloeden.

Bij dat vergunningparkeren speelt de vraag hoe groot het gebied voor vergunningparkeren moet zijn. Je hoeft geen helderziende te zijn dat na invoering de parkeerdruk buiten het vergunningplichtige gebied toeneemt. De volgende groep onbegrepen inwoners zal zich dan gaan roeren.

Wel bijzonder trouwens dat de Mall de goudmijn die betaald parkeren heet, gaat ontginnen. Het college van Leidschendam-Voorburg komt in een berekening niet verder dat betaald parkeren in de openbare ruimte minimaal € 100.000 moet opbrengen. Gratis parkeren is in onze gemeente echter heilig dus dan moet je erg vaag doen over wat de maximale parkeeropbrengst zou kunnen zijn. Het financiële ravijn waar het college graag mee schermt om aan te geven dat het financieel er erg somber voorstaat in de gemeente, zou dan zo maar een financieel heuveltje kunnen zijn.

Ik begrijp overigens niet waarom het college vaag doet. Wat er ook gebeurt in deze raadsperiode: het heeft toch geen consequenties. Een overschrijding van een half miljoen euro bij de verplaatsing van de rugbyclub? Geen probleem. Stoer roeptoeteren dat er 200 asielzoekers in het Holiday Inn in Voorburg komen en dat vervolgens moeten afzwakken? Geen probleem. Door Berenschot onderzoek laten doen naar het gemeentelijk cultuurbeleid en de onwelgevallige financiële conclusies in de la laten verdwijnen en geen acht slaan op de cultuursector? Geen probleem.

Op deze wijze parkeren het college en de coalitiepartijen zich in een donker hoekje waarvan bewoners en bedrijven meer en meer zullen gaan afvragen ’wat doen ze eigenlijk wel?’.

De Partij voor de Dieren (agrarisch Stompwijk en bloemisten wees alvast gewaarschuwd!), Volt (jong en dynamisch) en de PVV (met een noodgang of met spoed) schijnen al aan de poort te staan om in de volgende raadsperiode de boel op te schudden. Het wachten is nog op één of twee nieuwe lokale partijen die ook aan de gemeenteraadsverkiezingen mee gaan doen. Wie interesse heeft, mag zich bij me melden.

Tot die tijd mogen we zien hoe dit gemeentebestuur zich op het eigen roze wolkje onbekommerd heeft geparkeerd. Alhoewel… misschien worden in 2025 de messen onderling in de coalitie getrokken. Jezelf als coalitiepartij profileren voor de verkiezingen, doe je immers niet op een gezellig roze wolkje.

In maart 2026 zijn er weer gemeenteraadsverkiezingen.

(Frank Rozenberg, Maart2026@hotmail.com)