De plannen voor de Binckhorst zijn groots en ambitieus. Het gebied moet een belangrijk stedelijk knooppunt worden, met 12.500 nieuwe woningen, banen bij bedrijven, en een nieuwe tramlijn. Maar als je goed naar de onderbouwing kijkt, wordt duidelijk dat er grote gaten in het verhaal zitten. Ook op het gebied van verkeer en vervoer rammelt het nog aan alle kanten, en dat zal ongetwijfeld flinke gevolgen hebben voor de inwoners van de omliggende gemeenten. Het is tijd om dromen in te kaderen met realiteitszin.
Tijdens de afsluitende bijeenkomst van het verkeersonderzoek op 15 oktober kregen de toehoorders enkel losse sheets te zien, wat het moeilijk maakte om een duidelijk beeld te krijgen van de verkeersontwikkelingen en de effecten van de plannen. Het volledige onderzoek werd pas op 22 november gedeeld, meer dan vijf weken later. Het feit dat deze informatie pas ná de termijn voor het indienen van zienswijzen op de NRD (Nota reikwijdte en detailniveau, red.) beschikbaar kwam, roept vragen op. Was dit gebrekkige organisatie of een bewuste keuze? Voor een serieus participatieproces is het achterhouden van informatie een probleem. Wie betrokkenheid toont, moet ook kunnen beschikken over volledige informatie om een weloverwogen mening te kunnen vormen. Anders lijkt participatie meer een verplicht nummertje dan op een proces dat de meerwaarde brengt die er mee bereikt kan worden.
Een groot probleem is dat de afwikkeling van het autoverkeer naar de Binckhorst nog gebaseerd is op verouderde aannames uit het Omgevingsplan Binckhorst 1.0 (2018/2020). Daarin werd verwacht dat de Rotterdamsebaan een belangrijke verkeersroute zou worden, maar uit recente gegevens blijkt dat deze route nauwelijks wordt gebruikt door verkeer van en naar de Binckhorst. Daardoor worden andere wegen, zoals die door Rijswijk en Leidschendam-Voorburg, veel zwaarder belast dan verwacht. Ondanks deze nieuwe inzichten is er nog geen aangepast verkeersplan, en blijven de huidige plannen achterhaald. Hoewel de gemeenteraden van Leidschendam-Voorburg en Rijswijk wel een motie hebben aangenomen om verkeer via de Rotterdamsebaan te leiden, is er anderhalf jaar later zelfs nog geen start gemaakt met een effectieve aanpak.
Het verkeersonderzoek richt zich vooral op kleine knelpunten, zoals drukke kruispunten of wegen, maar mist de bredere vraag: hoe sluiten we de Binckhorst goed aan op het regionale wegennet en hoe zorgen we dat de omliggende gemeenten niet overspoeld worden? De aanname dat het huidige netwerk extra verkeer aankan, lijkt te optimistisch, zeker in het licht van nieuwe ontwikkelingen bij Laakhavens en Hollands Spoor (9000 nieuwe woningen). De prognoses voor 2040 wijzen op meer knelpunten, maar er worden geen conclusies aan verbonden. Het onderzoek is bovendien beperkt, zonder dynamisch model, zonder analyse van herkomst en bestemming, en enkel gericht op auto’s. Ervaringen uit het verleden (Mall of the Netherlands, Rotterdamsebaan) leren dat het model grote beperkingen heeft en de realiteit weerbarstiger is. Het model is sindsdien wel aangepast maar heeft zich nog niet bewezen. De plannenmakers geven aan dat er nog uitwerkingen en correcties moeten volgen, maar wat hebben we nu aan dit onderzoek?
Hetzelfde geldt voor het openbaar vervoer. Daar gaat het verkeersonderzoek niet over. Het idee van de plannenmakers is een nieuwe tramlijn tussen Station Voorburg en Den Haag Centraal aan te leggen en tramlijn 1 van Delft via de Binckhorstlaan om te leiden. Maar een onderzoek naar het nut en de noodzaak van juist die tramlijnen en de samenhang met het regionale ov-netwerk is er nog niet. Dat moet nog onderzocht worden. De plannenmakers dromen ervan de tramlijn op termijn zelfs door te kunnen trekken naar Zoetermeer maar het lokaal bestuur daar ziet dat helemaal niet zitten. De betaalbaarheid van in stand houding van het huidige OV (openbaar vervoer, red.) staat al meer dan genoeg onder druk. Natuurlijk moet de Binckhorst voorzien worden van goed OV, maar zou het niet zinvol zijn om het noodzakelijke OV eerst goed in kaart te brengen in een ruimer verband en niet, zoals nu het geval lijkt te zijn, alleen te kijken naar problemen die gecreëerd worden door het moeten inpassen van de door de plannenmakers beoogde tram? Is het bijvoorbeeld verstandig om de route van de drukbezette lijn 1 te wijzigen en is de meerwaarde en structurele betaalbaarheid van een nieuwe tram naar Station Voorbrug écht aangetoond? Zelfs zonder de naderende bezuinigingen is het op peil houden van het huidige OV al een grote opgave.
De plannen voor de Binckhorst hebben grote gevolgen voor omliggende gemeenten die te maken zullen krijgen met veel meer verkeer dan verwacht. Dit leidt tot meer drukte, langere reistijden en achteruitgang in leefbaarheid. Dat is een realiteit die voortkomt uit de droom voor de Binckhorst. In Voorburg West zullen vier van de vijf wijkuitgangen elke vijf minuten door de tram gestremd worden, en het kruispunt Prins Bernhardlaan met de Laan van Nieuw Oosteinde in Voorburg Oud gaat het zwaar te verduren krijgen. De opgang naar de A12, waar een rijstrook verdwijnt vanwege de aanleg van de tram, vormt een echt probleem, aangezien de huidige situatie met twee rijstroken al nauwelijks voldoende capaciteit biedt. In Rijswijk veroorzaakt de tram extra problemen op de Geestbrugweg, door trillingen van zware trams en de onmogelijkheid om de tram in een vrije baan aan te leggen. En er zijn complicaties bij de kruispunten en effecten op de Haagweg.
De grootste zwakte van het huidige verkeersonderzoek is dat het veel te beperkt is uitgevoerd. Het is meer een simpele studie naar de effecten van een paar losse maatregelen, in plaats van de beoogde brede effectenstudie. In het kort gezegd: ‘als we een paar plekken maar afsluiten voor auto’s dan komt alles goed’. Het project Binckhorst is groot en ambitieus, maar de realiteit is dat de droom van de een de nachtmerrie van de ander oplevert. De plannen voor verkeer en vervoer zijn onvoldoende doordacht. Zonder een nieuw en gedegen verkeers- en vervoersplan worden de problemen naar de toekomst verschoven.
Conclusie. De ambitieuze plannen voor de Binckhorst missen een brede visie op verkeer en vervoer. Het zou de betrokken overheden sieren wanneer ze samen een beter doordacht, regionaal plan ontwikkelen. Want zoals het er nu uitziet, is de Binckhorst een project met een zwakke basis. En dat zal desastreuze gevolgen hebben voor de leefbaarheid voor iedereen die in de Binckhorst en er omheen woont. En welke plannenmaker kan daar nou trots op zijn?
(Arne Otto)