Waarom moet de Vlietlijn eigenlijk uit twee Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV)‑tracés bestaan? Een hoofdtak van station Voorburg naar Den Haag CS en daarna verder door, én een tweede aftakking richting Rijswijk en Delft. Die aftakking leidt tot ingrepen in vooroorlogse woonstraten, zoals ‘knips’ (afsluitingen voor autoverkeer) en extra omrijd routes voor bewoners.

Die tweede HOV‑verbinding is bovendien duur in aanleg én exploitatie, lijkt niet alleen overbodig maar is ook onverantwoord. Ze legt een zware druk op de leefbaarheid in Voorburg en Rijswijk. Het is dus de vraag of deze extra aftakking voor de bewoners van de Binckhorst überhaupt te rechtvaardigen is, naast de hoofdlijn van station Voorburg naar Den Haag CS en verder.

Voor de meeste verplaatsingen volstaan fiets en één snelle hoogwaardige OV‑verbinding naar Den Haag Centraal. De aftakking over de Geestbrug richting Rijswijk en Delft levert nauwelijks meerwaarde op, tast de leefbaarheid in de randgemeenten aan en bedreigt bovendien de goed functionerende tramlijn 1. Dat is geen toekomstbestendig beleid, maar overdaad. Voor de nieuwe inwoners van de Binckhorst ligt Den Haag Centraal immers dichterbij, met directe trein‑ en tramverbindingen naar Delft en verder.

De verwarring wordt nog groter doordat er geen helder regionaal lijnennetplan bestaat. In het Intergemeentelijk Gebiedsprogramma, dat onlangs ter visie is gelegd door de drie betrokken gemeenten maar nog niet definitief is vastgesteld, staat zelfs dat de concrete invulling pas vlak vóór de realisatie wordt bepaald, dus in 2031, of waarschijnlijk nog later. Zo wordt de hete aardappel handig doorgeschoven.

Rijswijk is niet blij met het omleggen van lijn 1, en Delft heeft daar al in 2022 een duidelijke negatieve zienswijze over ingediend. Bovendien heeft de gemeenteraad van Delft op 6 november unaniem een amendement aangenomen waarmee wordt vastgelegd dat de bestaande route van lijn 1 behouden moet blijven. Eerst keuzes ‘in beton gieten’ en dán pas het netwerk ontwerpen: dat is de wereld op zijn kop.

Wat wél logisch is: maak eerst het regionaal lijnennetplan duidelijk en de nut‑ en noodzaak van deze tramlijn inzichtelijk. Kies vervolgens één robuuste verbinding en pas die slim in. Dat is goedkoper, duidelijker en eerlijker voor bewoners.

(Joep Aalders en Judith Geelen)