De gemeente Den Haag is als enige verantwoordelijk voor de windmolen op het CEVA-terrein aan de Westvlietweg. De rijksoverheid kan niets doen aan de plaatsing van het ding.
Dat blijkt uit een brief van minister Melanie Schultz aan GBLV. Het schrijven is een reactie op een verzoekschrift van GBLV aan Koning Willem Alexander om de procedures rond de plaatsing van de molen nog eens te beoordelen.
Volgens de minister moet Den Haag de communicatie over de molen verzorgen. Daarnaast moet de gemeente de milieuwetgeving inzake de windmolen handhaven.
De GBLV-raadsleden Marien van Wijk en Hans Peter Klazenga willen nu van B&W horen hoe de contacten over de molen tussen de gemeente, Den Haag en omwonenden de laatste jaren zijn geweest. Volgens Klazenga moet helder worden waarom de omwonenden zijn ‘vergeten’.
Oud-wethouder Saskia Bruines erkende eerder dat alleen de gemeenteraad in 2015 werd geïnformeerd toen de gemeente een rechtszaak tegen de windmolen bij de Raad van State verloor. Verder was met Den Haag afgesproken dat die de informatie aan omwonenden zou verzorgen. Toen Den Haag dat niet deed, kwam Leidschendam-Voorburg echter niet in actie.
Bruines gaf verder aan dat ambtenaren medio 2016 al op de hoogte waren gesteld door Den Haag dat aan het eind van het jaar de molenbouw zou starten. Met die informatie werd echter niets gedaan. Ook B&W kregen dat niet door.
Uit de stukken rond de bouw van de windmolen berichtte Vlietnieuws.nl eerder al dat de omwonenden bewust niet geïnformeerd werden door de initiatiefnemers van de molenbouw. Dat beleid is al jaren geleden ingezet.