De boot is keurig afgemeerd in de Passantenhaven. Tijd om de buurt te verkennen. Ja, het ziet er heel gezellig uit. Dan krijgt het stel ons in de gaten. Een wat oudere man, met een jonge hond. Of ze me wat mogen vragen? Natuurlijk. Kan ik ze wijzen waar hier de Hema is? Die is hier niet, weet ik. Het Kruidvat dan? Ook niet. Mevrouw heeft handdoeken nodig voor aan boord. De Zeeman misschien? Ik vertel ze dat dit het Huygenskwartier is. Het oude centrum van Voorburg met voornamelijk exclusieve winkels, twee interessante musea en heel leuke terrassen. Ja, dat zien ze ook. Maar waar zijn die winkels dan? Er zit niets anders op dan de toeristen te verwijzen naar het Koningin Julianaplein. Daar vinden ze alles wat ze zoeken. Hier niet.
Ik vervolg mijn wandeling en kom in de Herenstraat terecht. Die ziet er op een doordeweekse dag eigenlijk best zielig uit. Zeker voor een wandel- en fietsgebied. Overal staan busjes geparkeerd. Een grote Jeep crost door de straat. Even verderop zoekt een vrachtwagen naar de uitgang. Voetgangers springen opzij voor de scooters. Winkeliers hangen verveeld in de deur, kijken of er nog kooplustigen zijn. Echt leuk is het pas bij de kerk. Hoewel de serveerster met de lunch bijna wordt overreden door een stel fietsers. Ze schrikt er niet eens meer van. In de Van Schagenstraat zie ik tot mijn genoegen de schippers van daarnet. Heel gezellig ja, eerst koffie nu. Of ik trouwens weet waar de bus naar het Julianaplein stopt? Een vraag die de hard werkende ondernemers in het Huygenskwartier tot diep in de ziel moet raken. Een aardig dorpje, maar voor de Hema, Kruidvat of Zeeman moet je met de bus!