Het Masterplan dateert al uit 2004. Destijds werd vastgelegd dat er in het Leidschendamse centrum zo’n 550 nieuwe woningen moesten komen en een aantal nieuwe winkels met een totaaloppervlak van 3000 vierkante meter.
Om het proces vorm te geven werd in 2005 een V.O.F. Leidschendam-Centrum opgezet. Een Vennoot Onder Firma tussen de gemeente, Schouten De Jong Projectontwikkeling en BPD (het vroegere Bouwfonds).
Een V.O.F. is een bedrijf dat kan starten zonder minimum kapitaal. Dat was in deze ook niet nodig. De gemeente kocht grond met een lening van de V.O.F.. De grond werd vervolgens verkocht aan de V.O.F.. En met de opbrengst werd de lening weer afbetaald.
De economische en financiële crisis gooide het nodige roet in het eten. Het Damplein was er wel, de rest nog niet. Inmiddels is ook in de woningbouw de vaart teruggekeerd.
Dit jaar gaat het daarbij om 30 woningen en twee winkels aan het Molenpad, 37 woningen aan de Rijnlandstraat, 22 woningen aan de Schoorlaan, 100 woningen Leysche Hof en negen woningen aan de Damlaan.
Vanaf 2004-2005 zijn inmiddels heel wat jaren verstreken. En nu blijken ook de weeffouten uit het Masterplan en de daarop gebaseerde deals.
Weeffout 1: de gemeenteraad heeft geen enkele invloed meer. Als men afzonderlijke bouwplannen wil afschieten of wijzigen blijkt dat de gemeente vastzit aan overeenkomsten met de andere twee partners in de V.O.F..
Wil de gemeente er toch onderuit dan is dat contractbreuk met als gevolg een miljoenenclaim zijdens Schouten en BPD, alsmede het stilvallen van de bouw. Bovendien blijft de bouwgrond in handen van Schouten en BPD.
Weeffout 2: er is onvoldoende rekening gehouden met de ontwikkelingen in het verkeer en het autobezit van toekomstige bewoners.
Er wordt meer autogereden. Het verkeersaanbod groeit. Ook in Leidschendam-Centrum waar de straten toch al smal zijn, net als de Sluisbrug.
Daarnaast neemt het autobezit toe. Had een gezin vroeger één auto, nu zijn dat er vaak twee aangezien man en vrouw beiden werken.
Meer blik in en op straat vergt meer parkeerruimte. En die is er nu net niet in Leidschendam-Centrum.
Er werd ooit wel een zogenoemde Parkeerbalans opgemaakt (eind 2017 nog herzien), maar daar worden door velen de nodige vraagtekens bij gezet. Zowel qua metingen van de parkeerdruk, als bij het gebied waarin gemeten is/wordt.
De hele problematiek bleek weer eens tijdens het gemeenteraadsdebat over het bouwplan Molenpad. Een meerderheid van de partijen bleek daar tegen omdat het weer meer auto’s op straat zou betekenen en dus de parkeerdruk nog verder zou toenemen.
De uiteindelijke ‘oplossing’: de idee om onder bouwplan Leytsche Hof in een daar reeds geplande parkeergarage, een tweede etage te maken voor zo’n 100 wagens. Kost de nodige miljoenen, maar dan heb je ook wat.
Voeg daarbij het bijeen schrapen van tijdelijke en blijvende parkeerplekken in en rond Leidschendam-Centrum alsmede ‘smart parking’, ‘dynamische verkeersinformatiesystemen’ en meer van dat soort futuristische zaken, en het probleem zou opgelost moeten zijn.
In oktober 2017 kregen de gemeenteraadsleden overigens al eens een notitie waarin dat alles stond. Inclusief de bouw van een nieuwe parkeergarage. Destijds was het prijskaartje nog twee miljoen euro (de helft van de prijs nu). Gereed in twee jaar. Die termijn wordt ook nu weer genoemd, negen maanden later.
Destijds hadden de gemeenteraadsleden niet het lef te kiezen, nu dus wel. Waarbij de bouwkosten van de garage worden afgewenteld op de toekomstige bewoners van Leytsche Hof. Die notabene al een parkeerplaats in ‘hun’ (afgesloten) garage hadden.
Het kan verkeren. Zo niet met de weeffouten. Die blijven. Met of zonder nieuwe garage. En dat omdat de gemeenteraadsleden van destijds gewoon niet verder keken dan hun neus lang was. Verblind door plaatjes en praatjes over een bruisend Leidschendam-Centrum.
Net als hun opvolgers vandaag de dag overigens. En de ontwikkelingen gaan door. Daar helpt zelfs een eventuele nieuwe Vlietbrug niet bij. En we gaan weer parkeerplekken en de benutting ervan tellen. Op naar een nieuwe Parkeerbalans.