Het was de laatste tijd vrijwel dagelijks raak: er gaat in Leidschendam-Voorburg een auto in vlammen op. Ergens tussen 21.00 uur ’s avonds en 06.00 uur ’s ochtends. De geruchtenmolen draait op volle toeren: een pyromaan, een jeugdbende, jongeren die niets beter te doen hebben, idioten die met zwaar vuurwerk ‘spelen’.
De lokale politiek deed er tot nu toe het zwijgen toe. Op 18 februari doorbrak VVD-gemeenteraadslid Ole Heil de stilte. Hij wilde dat burgemeester Klaas Tigelaar met de politietop ging praten over het zo snel mogelijk inzetten van meer menskracht om de daders te pakken. ‘Dit moet stoppen’, verklaarde Heil stoer.
Het inzetten van meer mankracht klinkt goed. Maar Ole Heil, en zijn VVD, gingen medio 2018 zonder een kik te geven akkoord met een beperking van de politiezorg vanwege personeelstekorten. Daarbij werd duidelijk dat de bureaubezetting ’s nachts naar twee mensen ging. ’s Nachts waren er ook nog maar twee politiewagens beschikbaar waarvan één voor surveillance.
Laat dat laatste even tot u doordringen: één politieauto voor 75.000 inwoners op 36 vierkante kilometer. Een gebied van Stompwijk tot Voorburg-West bij de Trekvliet en van Wilsveen tot de spoorbaan Amsterdam-Rotterdam.
Klaas Tigelaar ging binnen het zogenoemde ‘districtscollege’ akkoord met deze en andere maatregelen. De gemeenteraad wilde erover debatteren maar deed dat uiteindelijk nooit. Men liet het bij een bezoek aan het politiebureau bij het Temeculaplein. Dan nu roepen om meer mensen is wel erg makkelijk.
Dinsdagavond bleek in de gemeenteraadsvergadering hoe makkelijk. Bij een bespreking van de prioriteiten veiligheidsbeleid 2019-2022 noemden Frank Wilschut (ChristenUnie-SGP), Ron van Duffelen (CDA), Philip van Veller (VVD) en Hans-Peter Klazenga (GBLV) de autobranden. Maar lieten het daar verder bij.
Burgemeester Tigelaar startte zijn bijdrage aan het debat met een betoog over cybercrime. Alsof dat het belangrijkste onderwerp op veiligheidsgebied is waar de burgers mee bezig zijn. Om elf uur was zijn spreektijd formeel opgebruikt.
Voorzitter Monica Velú vroeg de gemeenteraad of men door wilde vergaderen. VVD en GBLV keerden zich daar tegen vanwege de gemaakte afspraak dat de gemeenteraad om elf uur ophoudt. Tigelaar moet nu op 12 maart terugkeren om zijn verhaal af te maken en eventueel wel iets over de autobranden te zeggen.
Te gek voor woorden. Maar wel tekenend hoe ‘de politiek’ tegen het fenomeen autobranden, inmiddels aangevuld met het afsteken dan wel gooien van vuurwerkbommen, aankijkt. Of liever gezegd wegkijkt.
Pleidooien voor meer cameratoezicht (Ole Heil) en het inschakelen van burgers (Ole Heil, burgemeester en politie) zetten geen zoden aan de dijk. Cameratoezicht kost veel geld kost (in het Huygenskwartier alleen al 150.000 euro plus 35.000 euro per jaar), wegens privacybescherming mag het niet overal mag, en de gemeente is armlastig.
Het inschakelen van burgers gebeurt al lang. Denk aan de buurt preventieteams, burgernet en whatsapp-groepen. Alleen houdt dat autobranden en vuurwerkbom-aanslagen niet tegen. Dat is wel gebleken.
Natuurlijk is niets doen geen optie. De politie zal ’s avonds en ’s nachts veel alerter moeten zijn. Meer moeten surveilleren. Te voet, op de fiets, op de motor en met de auto. In eerste instantie in de gebieden waar de ellende het grootst is: Voorburg-Noord, Voorburg-Bovenveen, Prinsenhof.
Dat zal een blijvende maatregel moeten zijn waarvoor menskracht van elders gehaald moet worden. Ongeacht de kosten. Dat betekent dus feitelijk uitbreiding van de politiezorg in Leidschendam-Voorburg. Het terugdraaien van ‘bezuinigingen’ dus. Daar is lef voor nodig. Lef die burgemeester Tigelaar moet opbrengen als eerstverantwoordelijke. Gesteund door de gemeenteraad.
Hoe dan ook, met een beleid van alsmaar minder politiezorg en steeds meer aan de burger overlaten kom je er niet ook al willen de direct verantwoordelijken dat met gekleurde statistieken wel beweren. Net zo min als het uitspreken van zinnen die wellicht populair klinken, maar verder ook geen enkele bijdrage leveren aan het oplossen van het probleem.